De historie van het zendamateurisme, deel 4

(zoals de afgelopen weken uitgezonden)

Hele serie lezen: klik hier.

We waren gebleven bij de QSO’s over de verschillende oceanen en de pogingen daartoe in de eerste helft van de jaren 20.

Het was een tijd dat er nog geen amateurmachtigingen waren. Je mocht gewoon zenden, voor 1912 zelfs op alle banden, en vanaf ongeveer 1912 op alle frequenties boven de 1500 kHz. Ook mocht je zelf je roepnaam verzinnen. Er waren wel wat conventies, Nederlandse amateurs gebruikten de P aan het begin van hun roepnaam.

De internationale QSO’s trokken ook de aandacht van de overheden, en zorgden er uiteindelijk voor dat de International Radio Conference plaatsvond in Washington in 1927 en 1928. Die conferentie legde niet alleen de grondslag voor hoe onze huidige prefixen en de rest van de amateurroepnamen eruit zien. Ook werden de eerste amateurbanden vastgesteld: 80/75 meter, 40 meter, 20 meter en 10/11 meter.

Veel mensen denken overigens dat SSB, dat vooral in de jaren zestig bij de amateurs ingeburgerd raakte een uitvinding van na de oorlog is, maar dat is niet zo.

Al in 1933 begon Robert Moore, W6DEI met enkelzijband te experimenteren in de 75 meterband. Tegen 1934 waren er al diverse amateurs in de VS QRV met deze mode.