Propagatie-onderwerp (deel 2, 24 februari)

Gisteren kwam de ionosfeer aanbod en de vrije elektronen daar.

Overdag bestaat die ionsofeer dus vaak uit vier verschillende lagen, met elk hun specifieke eigenschappen. Het laagst is de zogenoaamde D-laag, die bevindt zich tussen 50 en 90 km.

Iets hoger zit de E-laag, tussen 90 en 140 km hoog

Daarboven weer de F1-laag 140 tm 210 km en de F2-laag boven de 210 km.

Ter referentie: de ionosfeer begint dus bij ongeveer 50 km hoog, de maximale hoogte waarop een Concorde kon vliegen was ruim 18 km, de ballon van de ballonvossenjacht komt als ik het goed heb tot ongeveer 34 km hoog.

Bronvermelding: het propagatie-onderwerp is losjes gebaseerd op ‘Introduction To HF Radio Propagation’ van IPS Radio and Space Services van de Australian Government. Andere gebruikte bronnen (onder andere): Wikipedia in verschillende talen, Rothammel en verschillende ARRL-publicaties.

Eerste aflevering propagatie-onderwerp (23 febr.)

In een gebied tussen 50 km hoog en meer dan 500 km hoog zijn de meeste moleculen van de atmosfeer door de straling van de zon geïoniseerd. Dit stuk van de aardatmosfeer wordt gewoonlijk aangeduid met ionosfeer. Het zijn de luchtlagen waar de propagatie op de kortegolf gewoonlijk zijn oorsprong vindt.

Ionisatie is een proces waarbij elektronen die negatief zijn geladen, worden verwijderd van neutraal geladen atomen of moleculen, waardoor deze atomen en moluculen dus als positief geladen ionen achterblijven en er sprake is van vrije elektronen.

Het zijn deze ionen waar de ionosfeer dus naar is genoemd. Het belangrijkst hierbij zijn echter de veel lichtere en vrijelijk bewegende elektronen die belangrijk zijn in termen van de propagatie op de kortegolf.

De vrije elektronen in de ionosfeer zorgen ervoor dat de radiogolven op de kortegolf worden afgebogen, en zo eventueel terug worden gestuurd naar de aarde. Daarbij geldt, hoe groter de dichtheid van die elektronen, hoe hogere frequenties worden er nog gereflecteerd of afgebogen.

Morgen het vervolg hierop