Emergency Radio
D-STAR is niet ‘stilletjes’
Wat je de laatste tijd nogal eens op de banden hoort is dat het tegenwoordig erg rustig is op D-STAR. Dat klopt grotendeels niet. D-STAR is niet een rage geweest die nu wel weer voorbij zal zijn. Digitale spraak (DV) is een nieuwe ontwikkeling die blijvend bij het amateurisme zal horen, en D-STAR is de enige speciaal voor amateurs gemaakte modus die nu in Nederland verkrijgbaar is waarmee digital voice kan worden bedreven.
Het lijkt voor buitenstaanders en ook voor een aantal gebruikers van D-STAR wel een stuk rustiger. Dat is voor een heel groot gedeelte slechts schijn. Zo is er sinds een aantal maanden een nieuw systeem voor de reflectors gekomen, DCS-reflectors, dat enkele van de nadelen van de eerdere DPLUS- en X-REFLECTORS niet heeft. De reflectors bij D-STAR zijn (net als bij EchoLink) de backbones die de verschillende repeaters met elkaar verbinden.
Na de komst van het nieuwe systeem zijn niet alle D-STAR-repeaters direct naar de nieuwe reflectors overgeschakeld. Ook nu nog staan er repeaters op de oude REF017A waar het inmiddels uitermate rustig is. De nieuwe landelijke reflector voor Nederland is DCS007B, maar DCS biedt daarnaast ook de mogelijkheid om van regionale reflectors gebruik te maken, het is zelfs de bedoeling dat iedereen daar uiteindelijk op over gaat. Waar het feit van één landelijke reflector D-STAR in het begin extra druk liet lijken, lijkt het hierdoor nu dus ook extra rustig 🙂
De voor amateurs nieuwe digitale modussen als Tetra en DMR, en ook het al langer gebruikte Apco P25 zullen D-STAR vrijwel zeker ook niet gaan verdringen. Mensen die bijvoorbeeld wat met Tetra doen zijn voor een deel helemaal niet geïnteresseerd in D-STAR. Dat is onder andere omdat sommige amateurs problemen hebben met de vocoder die in D-STAR en de meeste andere digitale systemen gebruikt worden. Deze kritiek geldt voor Tetra grotendeels niet. Tetra en DMR zijn daarnaast leuk omdat het nieuwe en andere systemen zijn. Dat is voor mensen die met name in de techniek geïnteresseerd zijn een nieuwe uitdaging. De meeste amateurs die met Tetra bezig zijn, hebben daarnaast ook gewoon D-STAR en zijn gewoonlijk niet van plan om met D-STAR, waar momenteel veel meer activiteit is te stoppen. Ook met D-STAR zijn er overigens nog nieuwe dingen uit te proberen waar eerder in Nederland nog niet veel mee gedaan is, zoals de snellere data-modus op 23 cm.
Nieuwe systemen zoals dat van Yaesu die opkomen, zouden op termijn D-STAR eventueel wel kunnen verdringen. Ze moeten dan echter wel een achterstand van zo’n acht jaar overwinnen. In die jaren zijn er daarbij natuurlijk ook ontzettend veel D-STAR-apparaten verkocht. Dat neemt niet weg dat nieuwe dingen natuurlijk altijd interessant zijn. Het is ook een beetje ‘des amateurs’ om dat allemaal te willen uitproberen.
Binnenkort heeft QRM! Magazine op internet een artikel over de nieuwe DCS-reflectors.
©2012, John Piek (QRM! Magazine) – Medegebruik (in ongewijzigde vorm) van dit artikel is toegestaan mits als bronvermelding een link naar www.QRM-magazine.nl geplaatst wordt.
Een beeldbuis van papier en een kast van metaal
Vooraf bij dit artikel
Dit interview was voor mij persoonlijk heel bijzonder. Lody heb ik voor het eerst ontmoet in 1975 toen ik bij hem op bezoek was met mijn schoolvriend Dolf (in later jaren PE1AAP) en diens vader. Sinds 1 januari 1975 was ik PA0ETE. Ik had wel een oude AM-zender voor 2 meter die door RCD was goedgekeurd, ik had geen bruikbare ontvanger en met alleen een krantenwijk ook geen geld om zoiets te kopen. Ik had volgens mij zelfs nog nooit een verbinding op een amateurband gemaakt.
Lody was destijds al een poosje met de hobby bezig, en hij had een Multi-2000, het enige apparaat met behalve FM ook SSB voor 2m, en niet als de meeste apparaten toen kanalen met kristallen die je apart moest kopen, maar een synthesizer voor de hele band. In mijn herinnering hebben we er lange tijd gezeten, waarbij Lody me uitgebreid aan de knoppen van de Multi-2000 liet. Een QSO durfde ik er hoogstwaarschijnlijk niet te maken. Lody woonde bij het interview hieronder nog altijd op hetzelfde adres als destijds, waar hij ook nu nog woont. Het was een leuke en indrukwekkende middag. Lody is zelf inmiddels ook al vele jaren zendamateur, en ik kom hem af en toe via de ether tegen. De laatste maanden meestal op 70 MHz, waar hij met een RT-4600 QRV is. (JP)
“Repareren van oude buizenapparatuur is het leukste dat er is”
Een beeldbuis van papier en een kast van metaal
Interview met Lody van Dijk
“Repareren van oude buizenapparatuur is het leukste dat er is”
Een beeldbuis van papier en een kast van metaal
Tegenwoordig is alles op elektronicagebied maar gewoon, kleine mobiele telefoontjes met e-mail, miniatuurscanners die vanaf de kortegolf doorlopen tot in het GHz-bereik. Toch is het voor de meesten van ons helemaal niet moeilijk om ons voor te stellen hoe het was. Televisietoestellen kon je vaak repareren door wat buizen om te prikken, en de radio stemde je af met een katte-oog. Aan iedere tijd zitten voor- en nadelen, en het is leuk als mensen dingen uit een vervlogen tijd blijven koesteren en soms ook restaureren. Lody van Dijk is zo iemand.
Naast de dingen die hij verzamelt, is zijn hobby het repareren van oude buizenradio’s en televisies. In zijn huis staan meerdere Duracell-konijntjes, zoals die in de televisiereclame te zien waren. “Ik verzamel verschillende dingen. Op dit moment zijn dat vooral microfoons. Meest uit de jaren vijftig. Daarnaast verzamel ik veel grammofoonplaten, maar ook beeldplaten. Die konijntjes heb ik ook een tijdje verzameld. Er zijn veel meer mensen die dat doen. Het repareren van buizenapparatuur vind ik momenteel het leukste. Ik heb ondertussen ook alle meetapparatuur daarvoor, zoals buizentesters en op zolder heb ik veel condensatoren liggen die voor de reparaties nodig zijn. Buizen worden niet meer gemaakt, behalve versterkerbuizen voor audio, dus alles moet uit oude voorraden of oude apparatuur komen. Ik vind het eigenlijk wel verbazend dat er wel nog steeds platenspelers worden gemaakt. Maar ja er worden ook nog steeds platen geperst.”
Lody met de nieuw gemoffelde voorkant van het metalen televisietoestel
Lody is zijn leven lang eigenlijk al met de hobby bezig. Als veertienjarige was hij bij zijn ouders thuis ook altijd al radio’s aan het slopen en weer opbouwen. De meeste spullen krijgt hij via kennissen of buren: “Het zijn vooral veel zolderopruimingen. Bijvoorbeeld als iemand naar een bejaardenhuis gaat. De mensen hier weten ondertussen dat ze mij er mee helpen, en ik word regelmatig gebeld dat iemand nog voor mij interessante zaken heeft staan. Vaak kan ik ze gratis ophalen, maar soms betaal ik er iets voor, als de spullen nog goed bruikbaar zijn. Een aantal dingen verkoop ik natuurlijk ook weer door, want anders zou ik snel een groter huis nodig hebben.” Dikwijls koopt hij ook zaken op rommelmarkten en af en toe heeft hij zelf een stand met een aantal spullen. “Niet dat ik daar nu rijk van word hoor. Het komt meerdere malen voor dat ik met meer spullen thuiskom dan waar ik mee wegga…” Bentheim vindt hij echt een aanrader wat radiovlooienmarkten betreft. Ook al omdat hij daar een familie-uitje van maakt.
De deels beschreven beschrijfbare laserdisc
Metalen kast
Een van de meest bijzondere stukken uit de verzameling van Lody is een televisietoestel met een metalen kast van Philips. “Ik wist eerst niet wat het was, maar toen ik het ging uitzoeken bleek het een heel bijzonder toestel te zijn, want er zijn er maar heel weinig van gemaakt. Ik heb het metaal helemaal opnieuw laten moffelen, en ik ben nu op zoek naar een beeldbuis (MW43-24-R02) want die is stuk. Er past misschien wel een vervanger in, maar het liefst heb ik toch een originele, dus als een van de lezers misschien iets weet…”
Het toestel met de papieren projectiebeeldbuis
Een ander bijzonder item is een laserdisc-speler. “Wist je dat er in die tijd al beschrijfbare laserdisc’s bestonden?” Van Dijk laat een tweezijdig beschijfbare laserdisc zien, die slechts deels gebruikt is. “Deze is vermoedelijk al gemaakt in de jaren zeventig. Dat is vooral grappig als je je realiseert dat dit de voorloper is van de CD en van de DVD, ondanks dat ze zo groot zijn als een LP. Een nadeel van deze disc’s ten opzichte van een CD is dat ze zo enorm kwetsbaar zijn. De data bevindt zich aan de kant waar deze uitgelezen wordt. Bij de huidige CD’s zitten de gegevens juist net onder het etiket, waardoor het allemaal een stuk minder kwetsbaar is. Een ander nadeel van veel van de beeldplaten die vaak te koop worden aangeboden is dat ze in NTSC zijn. Om die af te spelen moeten zowel je afspeelapparaat als het televisietoestel voor die norm geschikt zijn.”
Binnenwerk van de metalen televisie
Ondanks dat hij nostalgische apparatuur restaureert is hij nogal een uitgesproken tegenstander van het instandhouden van het morse-examen. “Ik snap niet dat er niet in de 80 meterband of één van de andere banden een stukje voor C-amateurs is vrijgemaakt. Ik vind het een hobby, en ik wil het met plezier doen. Ik heb vroeger met chemische stoffen gewerkt, en ik zou nu extreem veel moeite moeten doen om morse te leren. Morse is leuk voor diegene die zelf aan het piepen is, maar het is zo achterhaald dat je de mensen niet meer moet dwingen om het te leren.”
Papieren beeldbuis
Een heel speciaal apparaat is een televisie met een (toen al) vlakke beeldbuis van papier uit de jaren vijftig. “Dit toestel is uit 1952, maar de eerste werd gemaakt in 1951. In die tijd konden ze nog geen beeldbuizen maken in deze grote afmeting. Daarom hebben ze een projectiescherm gemaakt, zoals je die tegenwoordig hebt met beeldkanonnen. Het beeld wordt vanaf een 6 cm grote beeldbuis geprojecteerd op het doorzichtige papier aan de voorzijde van het apparaat. Ik heb dit toestel nog niet gerestaureerd, en ik ben er ook een beetje voorzichtig mee. Ik ben door verschillende oudere mensen al gewaarschuwd dat ze uit krantenberichten weten dat het apparaat gevaarlijk is omdat hij zoveel röntgenstraling afgeeft. Dat komt waarschijnlijk vanwege de hoge spanning die voor zo’n krachtige kleine beeldbuis nodig is.” Lody is niet goed met computers, maar toch heeft hij net een nieuwe aangeschaft. “Ze zijn wel erg handig omdat je tegenwoordig veel handboeken en lijsten met buizen op CD-ROM kunt krijgen.”
Ondanks de oude spullen is er behalve dat hij wel eens een schok kreeg niet veel mis gegaan bij het repareren. “Een keer ontplofte er een condensator. Ik was met een 19-set bezig, en ik had hem verkeerdom aangesloten. De hele kamer lag vol zilverpapier. Het leek wel een bom!”
Tekst en fotografie: John Piek
Site van de Nederlandse Vereniging voor de Historie van de Radio:
http://www.nvhr.nl
N.b. dit artikel verscheen eerder in RAM in het voorjaar van 2002.
©2012, John Piek (QRM! Magazine) – Medegebruik van dit artikel en/of foto’s is in dit geval helaas NIET toegestaan.