Deel 9 van de historie van het zendamateurisme

(zoals de afgelopen weken uitgezonden)

Hele serie lezen: klik hier.

De historie van 70 MHz

Net voor en na de Tweede Wereldoorlog was een van de meest populaire amateurbanden de 5 meterband, in Engeland zowel als in Nederland. Voor de oorlog zat die band in Engeland rond 56 MHz.

Toen na de oorlog het zendamateurisme weer werd toegestaan was de 5 meterband, in Engeland toen tussen 58,6 en 60 MHz, al snel opnieuw heel populair. Dat duurde niet lang, omdat de band (nabij kanaal 4) in 1949 werd toegewezen aan de BBC voor televisie-uitzendingen. Vrijwel tegelijk werd de amateurband daarop zowel in Engeland als in Nederland ingetrokken.

In Nederland kwam daar geen compensatie voor. Amateurs verhuisden vermoedelijk naar 28 MHz en later naar 144 MHz. De RSGB in Engeland bleef echter lobbyen, en na zeven jaar in 1956 kregen zij voor de verloren gegane 5 meterband 4 meter terug, toen nog tussen 70,200 MHz en 70,400 MHz. Later werd dat van 70,000 – 70,500 MHz.

Zendamateurs in Nederland mochten overigens tijdens het IGY het international geophysical year waar we het vorige week ook over hadden overigens ook gebruik maken van de 70 MHz-band. Dat was echter een tijdelijke zaak. Waar de Engelsen de band mochten blijven gebruiken hield dat in Nederland weer op.

Decennia lang bleef het bandje vervolgens beperkt tot slechts enkele landen. Om die reden is er ook betrekkelijk weinig amateurapparatuur die standaard geschikt is voor 70 MHz.

Traditioneel werd er op 70 MHz, deels uit noodzaak, altijd meer zelfbouwapparatuur gebruikt dan op andere banden, en daarnaast werden veel omgebouwde mobilofoons gebruikt. Lange tijd waren het alleen het Verenigd Koninkrijk en Ierland waar amateurs 70 MHz mochten gebruiken en daarnaast Portugal, inclusief de Azoren en enkele Gemenebestlanden bij de UK.

Pas toen door het uit de lucht gaan van de analoge televisie in de meeste Europese landen de lage VHF vrij kwam, kwamen er schoorvoetend steeds meer landen bij met meestal een veel kleinere allocatie dan in het Verenigd Koninkrijk beschikbaar was.

Een hardnekkig gerucht is overigens dat defensie in Engeland de toewijzing voor de amateurs daar uiteindelijk mogelijk had gemaakt. Doordat de band in veel landen primair voor militaire communicatie gebruikt wordt, was de gedachte dat in het oostblok de uitzendingen van defensie wel door de amateurs uit Engeland overstemd zouden worden, terwijl er lokaal vanwege de skip-afstand geen storingen zouden plaatsvinden. Dit gerucht is overigens altijd door de Engelse overheid tegengesproken.

Opmerkelijk is dat het ondanks het ontbreken van repeaters, die zijn ook nu nog nergens op 4 meter toegestaan, het bandje altijd bijzonder populair is geweest. Voordelen boven 2 meter zijn onder andere het grotere bereik. Daarnaast ontbreekt bij mobiel gebruik net als op 50 MHz de QSB nagenoeg geheel, omdat op dit soort lage frequenties bijna geen sprake is van reflecties, en sowieso is de fading door mobiel gebruik vanwege de grotere golflengte veel trager. Verder gaan signalen op 70 MHz veel gemakkelijker dan hogere frequenties gewoon door de bebouwing heen, ook al doordat het niet gereflecteerd wordt en over lage heuvels en andere obstakels heen.

In de afgelopen jaren raakte onder andere door de komst van de goedkope Chinese portofoons de populariteit van deze band in Engeland nog verder in een stroomversnelling.

Sinds 1 januari 2012 hebben amateurs in Nederland dus de beschikking over een riante allocatie in deze bijzondere en zeer exclusieve amateerband. Die allocatie is als een van de weinige landen even groot als de Engelse. Aan de amateurs de taak om die band, zowel bij goede als bij slechte condities te gaan gebruiken. Door de ruime toekenning is er zeker genoeg plek voor lokale QSO’s zonder dat de DX-ers daarvan hinder zullen ondervinden.

(tekst: PA0ETE)

Kleinvermogensregeling middengolf AM

Frequenties:
100W: 747 kHz, 828 kHz, 1035 kHz, 1251 kHz, 1395 kHz, het gaat om een beperkt aantal vastgestelde locaties (bij deze frequenties worden tijdslots aangevraagd, bijv, 1x per week 4 uur op donderdag)
1W: landelijk 1485 kHz, geen tijdslots. Zenders zitten minimaal 1 km uit elkaar.
Toegestane modulatiesoorten zijn AM en DRM.

Vandaag staat de nieuwe regeling voor kleinschalige middengolf in de staatscourant.

Belangrijk punt dat hieruit naar voren komt is dat zowel vergunningen voor max. 100W uitgegeven zullen worden, als voor max. 1W zendvermogen. Een kleiner vermogen is ook mogelijk. Voor deze beide klassen zullen verder verschillende frequenties worden uitgegeven, zodat de 1W-vergunningen niet hoeven te concurreren met een zender op de zelfde frequentie met 20 dB meer zendvermogen.

De vergunningsduur wordt net als bij de amateur-ATOF’s drie jaar. Het nieuwe beleid zal na twee jaar opnieuw geëvalueerd worden, niet na vier jaar zoals eerder is aangekondigd.

Het Commissariaat voor de Media geeft verder aan dat op basis van de betreffende frequentiekavel het al dan niet nodig is om toestemming van het Commissariaat te hebben. Ik neem zelf aan dat het dan gaat om de kavels voor laag en hoog vermogen. Als je dus vergunning wilt aanvragen, vraag dan vooraf of voor de betreffende frequentie die verplichting van toestemming van het Commissariaat van toepassing is. Aan die verplichting tot toestemming waar zelf ook kosten aan verbonden zijn, zit ook een verplichting tot aansluiting bij een kijkwijzer en bij een Reclame Code Commissie, die elk daarvoor ook weer een bedrag per zoveel tijd in rekening brengen.

Vanaf 11 mei kunnen de nieuwe kleinvermogensvergunningen worden aangevraagd. Vanaf die dag staan ook de tarieven voor de nieuwe vergunningen op de site van Agentschap Telecom.

Vermelding in de Staatscourant

Bericht hierover op de site van Agentschap Telecom

 

 

De historie van het zendamateurisme, deel 8

(zoals de afgelopen weken uitgezonden)

Hele serie lezen: klik hier.

Vorig keer waren we in de periode voor en na de tweede wereldoorlog aangeland.

Inmiddels ben ik erachter dat ook in de VS, nadat ook tijdens de tweede wereldoorlog daar het zendamateurisme werd opgeschort, er een soort van oorlogsamateurvergunning bestond onder de naam War Emergency Radio Service, door de Amerikaanse overheid opgezet. Deze dienst bleef actief tot 1946.

Een tragische gebeurtenis uit de oorlog was ook de arrestatie van de Pools priester Maximilian Kolbe SP3RN door de Duitse bezetter.

De Duitsers gingen er onterecht vanuit dat Kolbe’s activiteiten betekenden dat hij betrokken was bij spionage. Hij werd om die reden op 28 mei 1941 op transport gezet naar Auschwitz.

In datzelfde jaar ontsnapten tien gevangenen uit Auschwitz. 10 gevangenen zouden vervolgens worden gedood als genoegdoening, cq. wraak. de priester en zendamateur vond daar de dood toen hij zich opwierp als vrijwilliger om de plaats van een van de veroordeelden in te nemen. SP3RN werd in 1982 heilig verklaard. Sint Maximilian Kolbe wordt binnen het Rooms Katholieke geloof sindsdien beschouwd als beschermheilige van de zendamateurs.

[pauze]

Na de oorlog kwam het zendamateurisme gaandeweg overal weer op gang en brak er een periode van een grote hoeveelheid beschikbare surplusapparatuur aan, die door amateurs dankbaar voor ombouw en gebruik op de amateurbanden werd gebruikt.

De gecombineerde 10 en 11 meterband liep in die tijd nog van 27 – 30 MHz. In 1947 raakten de amateurs de bovenste 300 kHz van die band kwijt, waardoor 10 meter ook nu nog 29,700 als bovenste bandgrens heeft.

Tijdens de jaren 50 vestigde zich het gebruik van enkelzijband bij amateurs, en raakten een aantal amateurs geïnteresseerd in ruimtevaart, bijv. door het in 1957 ontvangen van de signalen van de spoetnik. Amper 4 jaar na de lancering van de spoetnik, in 1961 hadden de amateurs al hun eigen satelliet, de Oscar 1.

[achtergrond, muziek Donald Fagan]

Belangrijk in de jaren 50 was verder het internationale geofysische jaar. In dat jaar zorgden amateurverbindingen er bijvoorbeeld voor dat Amerikaans marinepersoneel dat gestationeerd was in Antarctica met het thuisfront in contact kon komen. Telefoonverbindingen waren er nog niet, maar omdat Amerikaanse amateurs mochten phone-patchen, telefoonverbindingen voor derden verzorgen wat hier in Europa volkomen ondenkbaar was, konden zij die rol vervullen.

Dat internationale geofysische jaar dat duurde van 1 juli 1957 tot 31 december 1958 was voor amateurs net als andere aan de wetenschap gelieerde hobby’s en voor de wetenschap zelf natuurlijk een interessant jaar. Het IGY is ook bekend van het nummer van Donald Fagan Steely Dan’s IGY.

Het IGY markeerde het einde van een periode in de koude oorlog waarbij er tussen oost en west nagenoeg in het geheel geen interactie tussen wetenschappers plaats kon vinden. Tijdens het IGY werd ook de spoetnik gelanceerd.

Het IGY viel heel strategisch samen met de top van zonnevlekkencyclus nummer 19. En veel ontdekkingen tijdens dat jaar hadden met de ionosfeer en de ruimte rondom onze aarde te maken. De Van Allen stralingsgordels werden uitgevonden, maar ook dingen als de voor aardbevingen zeer belangrijke dynamiek tussen de tektonische platen.

Onderzoeksdoelen van het IGY waren: aurora, nachtelijk hemellicht, kosmische stralen, aardmagnetisme, zwaartekracht, fysica van de ionosfeer, precisie navigatie, meteorologie oceanografie, seismologie en zonneactiviteit.

Er deden 67 landen mee.

In het volgende deel de historie van de 70 MHz-band, die nauw verband houdt met het IGY.

SSTV-plaatje van 1 mei

Zoals deze via SSTV is ontvangen.

Tekst (Engels): British Post Office engineers inspect Marconi’s radio equipment during a demonstration on Flat Holm Island, May 13th, 1897. The transmitter is at center, the coherer receiver below it, the pole supporting the wire antenna is visible at top.