De historie van de televisie

Familie in de jaren vijftig rond het enige televisietoestel in huis (foto: public domain)

De historie van de televisie

Televisie lijkt iets van heel recent, maar toch is de uitvinding ervan al zo’n honderd tot honderdvijftig jaar oud. Eigenlijk is er niet een persoon die de televisie heeft uitgevonden. De techniek van het apparaat was al in haar vroege dagen een combinatie van een aantal verschillende, tamelijk innovatieve uitvindingen.

Al in 1842 zond de Schotse uitvinder en klokkenmaker een afbeelding uit via een telegraaflijn, een stilstaande afbeelding weliswaar. In 1883 vond Paul Gotlieb Nipkow de naar hem genoemde Nipkow-schijf uit, waarmee het mogelijk werd om via de telegraaf op een reproduceerbare wijze bewegend beeld te versturen. Niettemin zou het nog jaren duren voordat deze uitvindingen ook tot een bruikbare praktische variant van televisie zouden leiden.

Het was de Nederlander Steringa Idzerda, een radioamateur en eigenaar van een bedrijfje dat zendapparatuur fabriceerde, die in 1919 vanuit de Beukstraat in Den Haag als eerste ter wereld een omroepuitzending liet plaatsvinden. Dat was via de radio. De uitzending wordt beschouwd als omroepuitzending omdat de programma’s van tevoren werden aangekondigd, en zij regelmatig plaatsvonden. De allereerste uitzending van Idzerda begon met de mars ‘Turf in je ransel’.

De Hilversumsche Draadloze Omroep
Idzerda bleef uitzenden tot in 1924, toen de Nederlandse Seintoestellen Fabriek (NSF) met steun van Philips de publieke omroeptaak al van hem had overgenomen. De NSF begon met uitzenden op 21 juli 1923. Op 1 maart 1926 werd de Stichting Hilversumsche Draadloze Omroep opgericht, die een jaar later werd omgedoopt tot Stichting Algemeene Nederlandsche Radio Omroep (ANRO). Deze ANRO fuseerde op 28 december 1927 met de Nederlandsche Omroep Vereeniging (NOV) uit Den Haag tot de AVRO, nog altijd de oudste omroeporganisatie van ons land.

Met de NOV kwam de grote drijvende kracht achter de Nederlandse omroep Willem Vogt mee. Een bekend verhaal is, dat het aan zijn dienstbode te danken zou zijn dat de Nederlandse omroep zich nu in Hilversum bevindt, en niet in Den Haag of Amsterdam of ergens anders. Mevrouw Vogt zou volgens dit verhaal zo aan haar Gooise dienstbode verknocht zijn geweest, dat zij destijds weigerde om naar Amsterdam te verhuizen waarna de AVRO nog decennia lang haar hoofdzetel in ’t Gooi zou houden. Vogt werd na de oorlog opnieuw directeur van de AVRO, en kon die functie tot 1952 blijven uitoefenen. Hij schreef tot aan zijn dood in 1973 een wekelijkse column in de AVRO Bode.

De beginjaren van de radio hadden overigens een hoop ‘radioamateurgehalte’, zoals ook uit de naam van de VARA blijkt (Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs). Dat kwam omdat kant en klare radio’s doorgaans niet te koop waren, en dus meestal door welwillende amateurs werden gebouwd. Radioamateurs speelden sowieso een belangrijke rol in die beginjaren.

Warenhuis Selfridges
Begin 1924 was het de Schot John Logie Baird die er voor het eerst in slaagde om een live televisiebeeld uit te zenden met bewegend beeld en grijstinten. Hij maakte hierbij gebruik van een half mechanisch systeem, gebaseerd op een Nipkow-schijf. Hij toonde dit systeem voor het eerst in werking aan het programmablad de Radio Times in februari van 1924. Het Baird-systeem werd vervolgens in oktober 1925 voor de eerste maal aan het grote publiek getoond, in een drie weken durende demonstratie in het Londense warenhuis Selfridges. Het ging hierbij overigens om een plaatje met 30 verticaal gescande beeldlijnen, dat vanwege de geringe bandbreedte via een telefoonlijn over zowat de hele wereld gestuurd kon worden.

In 1929 begon de BBC televisieprogramma’s uit te zenden door middel van twee radiozenders in de middengolf, waarbij de ene zender voor het geluid gebruikt werd, en via de tweede zender een dertiglijns televisiebeeld volgens het Baird-systeem werd uitgezonden. Deze uitzendingen vonden plaats tot 1932. In Nederland vond de eerste televisieuitzending plaats vanaf het torentje van het Amsterdamse Carlton Hotel in het jaar 1930. De allereerste persoon die in Nederland op televisie kwam, was in 1935 Ceesje Speenhoff, dochter van de Nederlandse zanger/dichter Koos Speenhoff. Zij werkte bij Philips op de administratie en fungeerde als presentatrice. In de jaren dertig experimenteerden radioamateurs in zowel Nederland als Engeland met uitzendingen volgens het Bairdsysteem, waarbij in Nederland zelfs vanuit personenauto’s werd uitgezonden.

‘High Definition’
In het najaar van 1936 begon de BBC met uitzendingen, afwisselend met twee systemen. Dat gebeurde met het mechanische Baird-systeem met een verbeterd aantal lijnen van 204 en daarnaast met een nieuw elektronisch televisiesysteem met 405 beeldlijnen van EMI/Marconi. In 1937 werd gestopt met de uitzendingen in het Baird-systeem. Het 405-lijnensysteem, waarvoor nooit een kleurentelevisievariant is ontwikkeld, werd met net een onderbreking tijdens de Tweede Wereldoorlog in het Verenigd Koninkrijk tot in 1985 gebruikt. In de begindagen werd het 405-lijnensysteem als ‘High Definition’-televisie aangeduid.

Philips bouwde in de tweede helft van de jaren dertig vier televisiewagens ten behoeve van demonstraties, die alle tijdens de eerste jaren van de oorlog verloren gingen. Tussen 1948 en 1951 werden de programma’s echter hervat in de vorm van een 264-tal experimentele televisie-uitzendingen. Daar konden voornamelijk Philips-werknemers met aan hen ter beschikking gestelde televisietoestellen naar kijken. Verder had de in Eindhoven opgestelde zender natuurlijk geen zeer groot bereik. Op 12 december 1949 werd het politieke besluit genomen om televisie in Nederland mogelijk te maken, en na twee jaar van debat werd vervolgens door vier van de vijf omroepen de Nederlandse Televisiestichting NTS opgericht. De VPRO trad korte tijd later ook tot de NTS toe. Nederland 1 kwam in de lucht in 1951. De eerste reguliere uitzending vond plaats op 2 oktober van dat jaar vanuit Studio Irene, een in de jaren negentig gesloopt kerkgebouwtje in Bussum. Vanaf met name de tweede helft van de jaren vijftig kende de televisie een enorme populariteit, waarbij in het begin soms hele straten bij de eerste bewoner met een toestel naar de programma’s kwamen kijken.

TV Noordzee
Een grote steen werd in de Nederlandse omroepvijver geworpen toen op 15 augustus 1964 TV Noordzee met haar uitzendingen begon vanaf het REM-eiland in de Noordzee. De commerciële piratenzender was een initiatief van een aantal grote investeerders, waaronder de Rotterdamse scheepsmagnaat Cornelis Verolme. De zender bleef enkele maanden uitzenden, waardoor handelaren in REM-antennes in het westen van Nederland, waar de zender uitsluitend kon worden ontvangen, gouden tijden beleefden. De zender maakte furore met series als het Sprekende paard Mr. Ed, Rin Tin Tin en de onzichtbare man. Bizar detail was dat de investeerders bij lloyds in Londen een verzekering hadden afgesloten die zou uitbetalen bij inbeslagname door de autoriteiten. Niet bekend is of die verzekering ook inderdaad is uitbetaald toen de apparaatuur op 17 december 1964 door de marine werd geconfisceerd. De naam TROS werd al bij de uitzendingen vanaf het REM-eiland gebruikt, en de omroep van diezelfde naam kwam dan ook direct voort uit TV Noordzee.

Niet geheel toevallig ging in oktober van datzelfde jaar 1964 de zender Nederland 2 van start. Ook hierdoor beleefden handelaren, ditmaal in het hele land, gouden tijden door de verkoop van zogenaamde tweede net-kastjes en opnieuw antennes. De meeste televisietoestellen die in omloop waren, konden in die tijd alleen de VHF kanalen 2 t/m 12 ontvangen. Nederland 2 zond uit in de UHF-band, zodat voor de meeste toestellen een converter noodzakelijk was.

Thunderbirds
Op de Firato van 1967 werden voor het eerst in Nederland kleurentelevisies geïntroduceerd volgens de Europese PAL-standaard waar de Nederlandse televisie kort daarop naar zou overschakelen. Overigens viel het aantal televisieprogramma’s in kleur in die begindagen tegen. In de proefuitzendingen die op de reguliere netten ook overdag werden uitgezonden, ten tijde van de Firato met programma’s als bijvoorbeeld de Thunderbirds, die eerder al in zwart-wit waren uitgezonden. De eerste kleurentelevisies, helemaal met buizen nog, waren enorme apparaten, met een bijbehorend enorm stroomverbruik. In de jaren zeventig verdwenen geleidelijk aan de buizentoestellen en kwamen apparaten met halfgeleiders meer en meer in gebruik.

Op 4 april 1988 ging de zender Nederland 3 van start. Op dat moment stond al vast dat het niet meer lang zou duren voordat de eerste commerciële zender in Nederland zou verschijnen. In 1989 was het zo ver, en stonden twee partijen in de startblokken. Medewerkers van Joop van den Ende vertellen dat Van den Ende in die dagen de U-bochtconstructie via Italië niet zag zitten, nadat hij het rommelige appartement had gezien dat in Milaan officieel als hoofdkantoor gebruikt zou worden. Daarnaast vertrouwde hij er op dat minister Elco Brinkman, een verklaard voorstander van commerciële televisie in Nederland, wel zou toestemmen. Brinkman werd echter teruggefloten door de andere bewindslieden van zijn partij. RTL-Véronique van Lex Harding, dat later RTL-4 werd, en die voor een U-bocht via Luxemburg had gekozen kon echter wel blijven uitzenden. Het tijdstip van de introductie van deze zender viel ongeveer samen met de komst van de eerste Astra-satellieten, waarmee voor het eerst met een veel kleinere schotelantenne naar de beelden kon worden gekeken.

In de jaren daarna volgden de ontwikkelingen elkaar steeds sneller op. Eerst volgde de voor de handel in Nederland dramatische plotselinge omschakeling naar een digitale codering via de satelliet. En er kwam DVB via de ether, en digitale kabel, glasvezel, televisie via internet, en wat apparatuur betreft bijvoorbeeld de flatscreen schermen en home cinnema’s.. We zijn ondertussen zo blasé geworden, dat ontwikkelingen die vijftien jaar geleden spectaculair zouden zijn gevonden, zoals bijvoorbeeld de themakanalen van de publieke omroepen, tamelijk geruisloos hun intrede doen. Experts schatten dat het nog zeker tien jaar gaat duren voordat de mensen eindelijk volop gebruik gaan maken van de ondertussen alom aanwezige mogelijkheid van video-on-demand voor de meeste televisieprogramma’s. Zo zijn de kijkers verknocht geraakt aan het vaste tijdstip van bijvoorbeeld het acht uur journaal.

Enkele links bij dit artikel:

www.tvhistory.tv (o.a. foto’s van oude toestellen)

www.earlytelevision.org

Een zogenaamde spiegeltelevisie van Telefunken uit de periode 1936/1937
(foto: Eckhard Etzold, Creative Commons Attribution-Share Alike 2.0 Germany)

©2012, John Piek (QRM! Magazine) – Medegebruik van dit artikel en/of foto’s is vanwege rechten van derden in dit geval helaas NIET toegestaan.

This entry was posted in Radiohistorie. Bookmark the permalink. Follow any comments here with the RSS feed for this post. Both comments and trackbacks are currently closed.