De historie van het zendamateurisme, deel 8

(zoals de afgelopen weken uitgezonden)

Hele serie lezen: klik hier.

Vorig keer waren we in de periode voor en na de tweede wereldoorlog aangeland.

Inmiddels ben ik erachter dat ook in de VS, nadat ook tijdens de tweede wereldoorlog daar het zendamateurisme werd opgeschort, er een soort van oorlogsamateurvergunning bestond onder de naam War Emergency Radio Service, door de Amerikaanse overheid opgezet. Deze dienst bleef actief tot 1946.

Een tragische gebeurtenis uit de oorlog was ook de arrestatie van de Pools priester Maximilian Kolbe SP3RN door de Duitse bezetter.

De Duitsers gingen er onterecht vanuit dat Kolbe’s activiteiten betekenden dat hij betrokken was bij spionage. Hij werd om die reden op 28 mei 1941 op transport gezet naar Auschwitz.

In datzelfde jaar ontsnapten tien gevangenen uit Auschwitz. 10 gevangenen zouden vervolgens worden gedood als genoegdoening, cq. wraak. de priester en zendamateur vond daar de dood toen hij zich opwierp als vrijwilliger om de plaats van een van de veroordeelden in te nemen. SP3RN werd in 1982 heilig verklaard. Sint Maximilian Kolbe wordt binnen het Rooms Katholieke geloof sindsdien beschouwd als beschermheilige van de zendamateurs.

[pauze]

Na de oorlog kwam het zendamateurisme gaandeweg overal weer op gang en brak er een periode van een grote hoeveelheid beschikbare surplusapparatuur aan, die door amateurs dankbaar voor ombouw en gebruik op de amateurbanden werd gebruikt.

De gecombineerde 10 en 11 meterband liep in die tijd nog van 27 – 30 MHz. In 1947 raakten de amateurs de bovenste 300 kHz van die band kwijt, waardoor 10 meter ook nu nog 29,700 als bovenste bandgrens heeft.

Tijdens de jaren 50 vestigde zich het gebruik van enkelzijband bij amateurs, en raakten een aantal amateurs geïnteresseerd in ruimtevaart, bijv. door het in 1957 ontvangen van de signalen van de spoetnik. Amper 4 jaar na de lancering van de spoetnik, in 1961 hadden de amateurs al hun eigen satelliet, de Oscar 1.

[achtergrond, muziek Donald Fagan]

Belangrijk in de jaren 50 was verder het internationale geofysische jaar. In dat jaar zorgden amateurverbindingen er bijvoorbeeld voor dat Amerikaans marinepersoneel dat gestationeerd was in Antarctica met het thuisfront in contact kon komen. Telefoonverbindingen waren er nog niet, maar omdat Amerikaanse amateurs mochten phone-patchen, telefoonverbindingen voor derden verzorgen wat hier in Europa volkomen ondenkbaar was, konden zij die rol vervullen.

Dat internationale geofysische jaar dat duurde van 1 juli 1957 tot 31 december 1958 was voor amateurs net als andere aan de wetenschap gelieerde hobby’s en voor de wetenschap zelf natuurlijk een interessant jaar. Het IGY is ook bekend van het nummer van Donald Fagan Steely Dan’s IGY.

Het IGY markeerde het einde van een periode in de koude oorlog waarbij er tussen oost en west nagenoeg in het geheel geen interactie tussen wetenschappers plaats kon vinden. Tijdens het IGY werd ook de spoetnik gelanceerd.

Het IGY viel heel strategisch samen met de top van zonnevlekkencyclus nummer 19. En veel ontdekkingen tijdens dat jaar hadden met de ionosfeer en de ruimte rondom onze aarde te maken. De Van Allen stralingsgordels werden uitgevonden, maar ook dingen als de voor aardbevingen zeer belangrijke dynamiek tussen de tektonische platen.

Onderzoeksdoelen van het IGY waren: aurora, nachtelijk hemellicht, kosmische stralen, aardmagnetisme, zwaartekracht, fysica van de ionosfeer, precisie navigatie, meteorologie oceanografie, seismologie en zonneactiviteit.

Er deden 67 landen mee.

In het volgende deel de historie van de 70 MHz-band, die nauw verband houdt met het IGY.