De historie van het zendamateurisme, deel 2

(zoals de afgelopen weken uitgezonden)

Hele serie lezen: klik hier.

Deel 2 van de historie van onze hobby begint waar deel 1 eindigde: bij de eerste commercieel verkrijgbare amateur zender-/ontvangercombinatie. Er is niet veel méér over bekend dan dat het een losse zender en ontvanger voor telegrafie betrof. En dat hij te koop was in de VS in 1906. Doelgroep waren amateurs en experimenteerders.

De eerste amateurclub ontstond in 1908 aan de univeriteit van Columbia waar studenten de Wireless Telegraph Club of Columbia University vormden. Deze eerste amateurvereniging bestaat nog steeds en heet nu de Columbia University Amateur Radio club.

De eerste landelijke amateurvereniging ontstond in 1910 in Australië, de Wireless institute of Australia, ofwel WIA. Ook die bestaat nog steeds. Regelmatig zijn in de Daily Minutes delen van de uitzendingen van de verenigingsznder van de WIA, VK1WIA toe horen.

Vanaf 1910 ontstond er een ware wildgroei aan amateurinitiatieven, zodanig dat er problemen ontstonden door onbedoelde of bedoelde storingen aan de uitzendingen die door militairen en door bedrijven werden gedaan, veroorzaakt door die amateuractiviteiten.

Er was immers nog niets geregeld. Net als de eerste auto’s vaak ongelukken kregen of veroorzaakten door het compleet ontbreken van verkeersregels, veroorzaakte het gebrek aan regels in de ether ook daar bedrijfsongevallen. Een andere belangrijke oorzaak van de storingen door amateurs was dat er door amateurs op grote schaal nog vonkzenders werden gebruikt, waarvoor de term breedbandig een geweldig eufemisme is.

Het zinken van de Titanic had vervolgens grote gevolgen. Los van de tragedie die deze ramp natuurlijk was. Het zinken van de Titanic wordt door velen gezien als de directe aanleiding voor het ontstaan van de amateurvergunningen.

In hetzelfde jaar dat de titanic zonk, in 1912 nam het congres in de VS een wet aan, de Radio Act of 1912, die het aan amateurs verbood om op golflengtes langer dan 200 meter uit te zenden. 200 meter is gelijk aan 1500 kHz, bovenaan onze huidige middengolf. De reden hiervoor was dat alle frequenties boven 1500 kHz in 1912 als waardeloos, of op zijn minst commercieel waardeloos werden beschouwd.

Het gevolg van de invoering van de nieuwe wet was dat meteen daarna het aantal amateurs die met zenders experimenteerde in de VS met 88% daalde.

De meeste andere landen volgden de VS met deze regel, en in 1913 werd de International Convention for the Safety of Life at Sea gehouden, de internationale conventie voor de veiligheid van het leven op zee. Hier werd onder andere besloten tot een internationaal verdrag waarin het verplicht werd dat de radioapparatuur aan schepen 24 uur per dag zou worden bemand. Adequate hulp bij de Titanic bleef onder andere uit doordat een schip dat niet ver uit de buurt van de Titanic lag, de noodsignalen niet opvolgde omdat de marconist aan boord van dat schip was gaan slapen.

Overigens was vóór 1912 de telegrafie-apparatuur aan boord van sommige schepen daar alleen uit commerciële motieven, en in het geval van een schip als de Titanic voor gebruik door de rijke passagiers aan boord. Het verhaal gaat dat toen het schip al zonk, sommige passagiers nog eisten dat hun berichten vóór gingen op de noodsignalen van het schip.