533. Een luizenbaan

23 juli 2006
copyright: John Piek

Dagelijkse foto (klik = vergroting)     

     

Ik denk weleens 'wat heb ik toch een luizenbaan.' Nou wil ik dus niet klagen, want ik heb het met mijn werk heel erg naar mijn zin, maar toch lijkt iets van tevoren wel eens leuker dan dat het in werkelijkheid gaat. Van één van mijn opdrachtgevers kreeg ik dit jaar weer de opdracht om een aantal campinggangers op hun kampeerplek te gaan interviewen. Inderdaad, geen vervelend werk. En, mooie dagen genoeg de laatste tijd.

Niettemin waren er wel wat hobbeltjes in de weg. Heel letterlijk in dit geval, want bij de eerste camping die ik (na van tevoren toestemming gevraagd te hebben), bezocht, bleef ik net voor ik de camping opreed met mijn trapper achter een paaltje haken. Het moet een fantastische entré geweest zijn. Als in een vertraagde opname vloog mijn achterwiel omhoog, en zo ging ik zelf over mijn stuur heen richting steentjesasfalt. De kracht van mijn val wist ik met mijn meebuigende armen af te weren op mijn beide handen, maar niettemin raakte ik met mijn borstkas zodanig hard de straat dat ik er een week lang last van hield. Ook mijn kin bleef niet ongeschonden, hoewel het meeviel: ik had daar een lichte schaafplek van de steentjes in het asfalt. Er was niemand bij om het te zien, maar anders was het vast voor iemand een reuze komisch tafereel geweest. Ik had trouwens nog lang nodig om me te bevrijden, want mijn voet zat knel tussen mijn fiets en het paaltje (zoiets verzin je niet) en ik kreeg op mijn buik liggend achter mijn rug mijn fiets amper in een andere positie gedraaid. Uiteindelijk stond ik op. Het enige dat ik verder had was dat mijn spijkerbroek vol met vlekken zat. Voor de zekerheid heb ik voordat ik aan de interviews begon aan een langskomende moeder met kind gevraagd of mijn gezicht en verdere uiterlijk wel toonbaar was, want ik had geen idee als wat voor landloper ik er met schaafplek verder uitzag. Ik heb vervolgens in enkele uren een paar hartstikke leuke interviews gedaan, compleet met foto's, maar toen ik thuiskwam had ik het wel heel even gehad.

Een van de leuke aspecten aan dit werk is, dat je mensen die je verder niet kent onbeschaamd een aantal dingen kunt vragen die anders niet in je zouden opkomen. En de meeste mensen vinden dat nog heel erg leuk ook.

Voor het tweede deel van het artikel ben ik bijna twee dagen lang op pad geweest. De aardigheid van het lopen in een vakantieparadijs gaat er na enige tijd wel vanaf als het je niet lukt om, van tent naar tent naar caravan lopend ook maar iemand te vinden die geschikt is voor het gesprek dat je voor ogen had. En die dan ook nog mee wil werken (hoewel de meesten dat dus inderdaad wel heel graag doen).

De harde eis voor dit artikel was om mensen te vinden die op de camping naar televisie kijken. Dat selecteert zich makkelijk uit, want het is vrijwel altijd te zien aan de antenne. Maar er waren nog een paar voorwaarden vanuit het blad of mijn eigen inzicht waardoor iemand wel of niet geschikt was. Veel mensen zijn trouwens overdag helemaal niet op de camping aanwezig. Van het restant valt ongeveer 60% al dan niet na een kort voorgesprek af. Als ik kijk hoe het gisteren ging denk ik dan ik gemiddeld eens in de drie kwartier iemand aantrof die me wel geschikt leek. Zo had ik dus na bijna zes uur rondlopen in de brandende zon, precies vier geïnterviewden. Een redelijk zware werkdag dus, hoewel het gaat om interviews van een regel of zes. Maar goed, het was wel in een erg leuke omgeving, met een aardig strandrestaurant in de nabijheid, waar ze perfecte koffie schenken en heerlijke waldkornbroodjes maken, en met in het vakantiepark zelf een ijsboer die je meerdere keren tegenkomt zodat je dan weer even met een waterijsje af kunt koelen.

Een leuk aspect bij de interviews is nog de foto, die ik bij dit soort verhalen steevast aan het einde van een gesprek maak. Ooit is bij mij de gewoonte ingesleten om de foto's zoveel mogelijk aan het begin van een interview te maken, bevreesd als ik was toen ik dit werk pas deed, dat ik in de trein terug erachter zou komen dat ik de foto's was vergeten. Dat is me gelukkig nooit overkomen. Bij de gesprekjes die ik gisteren (vrijdag) voerde is het echter beter om te wachten tot het laatst, onder andere omdat zich vaak nog iemand in het gesprek mengt, een echtgenoot, een zoon, een buur. Dan kan die persoon meteen ook op de foto.

Ook op de terugweg had ik pech, al kwam ik er dit keer zonder blauwe plekken vanaf. Oorspronkelijk wilde ik op de heenweg vanwege de lange busrit, de slechte aansluiting tussen trein en bus en de lange wandeling vanaf de bushalte een taxi nemen. Maar ja de bus was vertraagd en stond toen ik op het station aankwam klaar om te vertrekken. Die verleiding kon ik niet weerstaan, en zo ben ik dus met de bus richting camping gegaan. Ik overwoog om op de terugweg toch maar wel een taxi te nemen, maar ik realiseerde me net op tijd dat ik door de haast op het station vergeten was te pinnen. Dus moest ik wel met de bus terug, die gaat daar eens per uur.

Toen ik al een minuut of wat in de brandende zon bij de bushalte stond, ontdekte ik de kleine lettertjes in de dienstregeling: deze bus reed een groot deel van de tijd in juli en augustus niet. Afijn, dan maar de taxi gebeld, maar die meldde dat er in die plaats op het station geen pinautomaat was, en daarmee was de kous dus af. Geen taxi. Het station dat was een kilometer of acht. Na ongeveer een kwartier lopen, afwisselend in de brandende zon en af en toe schaduw, kwam ik op een stuk fietspad waar ik zo'n anderhalve kilometer vooruit kon kijken. Op dat hele stuk geen schaduw te bekennen, en voor zover ik wist de twee kilometer daarachter ook niet. Nou ben ik niet zo kinderachtig met lopen of met fietsen, dus vrolijk zette ik de pas erin, maar na een paar minuten bedacht ik me dat dat misschien toch minder verstandig was. Nou zou het wel zo'n vaart niet lopen als met die ongelukkige Vierdaagselopers afgelopen week, ik was na die hele dag ondanks zonnebrand wel al behoorlijk aan het verbranden, en een tocht van misschien nog wel meer dan een uur waarvan een groot deel in de zon was misschien toch teveel van het goede. In mijn tweede telefoontje aan de taxicentrale klonk de lichte nood van de situatie kennelijk in mijn stem door, want nu was men ondanks mijn lege portemonnee toch bereid om me onderweg even bij een betaalautomaat af te leveren. Ruim twintig minuten later stond ik vervolgens dus al op het station, waar ik achter elkaar twee ijsjes en een flesje cola naar binnen werkte. Een luizenbaan, ja toch eigenlijk dus wel...

Categorie: - life-log - plusminus 1180 woorden - Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.

Reageer

vorige column - volgende column - alle columns - mailinglijst