|
||
|
No. 38i - 23 november 2006 -
Regelmatig een nieuw artikel -
Eindredactie: John
Piek (PA0ETE) |
|
---> Novice Band Special <---
Deze editie: Antennes voor 40, 20 en 10 meter (2)
|
---> Novice Band Special <---
Antennes voor 40, 20 In de komende afleveringen van deze special voor de nieuwe kortegolfgebruikers wordt ingegaan op enkele voor de hand liggende, en eenvoudige antennetypen voor elk van de drie banden, die
behoorlijk werken. In deze aflevering komt 40 meter wat dat betreft aan
bod. De serie artikelen is nog niet helemaal geschreven, dus volgorde en onderwerpen staan nog niet helemaal vast, maar in de volgende afleveringen
zal nog ingegaan worden op het gebruik van antennetuners en op nog meer veelgebruikte antennetypen.
Daarnaast natuurlijk op propagatie op de drie banden. Waarin verschillen
deze drie wat dat betreft? Wat zijn de dingen waar je op moet letten? Wanneer zijn er goede condities? Wat zijn de interessante momenten van dag
of nacht voor een bepaalde band? In de laatste aflevering(en) gaan we in op enkele aspecten voor gevorderden. Met welke antennes werken bijvoorbeeld DX-ers?
|
De ideale lengte voor zo'n draadantenne, die niet onnodig ingewikkeld is, dat is een halve golf. Maar een eindgevoede halve golf wordt op een hoogohmig punt gevoed. Dat betekent dat er op (delen van) de gebruikte antennetuner hoge spanningen kunnen komen te staan. Dat kan verschillende problemen veroorzaken. Bij aanraking kan deze hog spanning bijvoorbeeld brandwonden veroorzaken, dus wanneer de kans bestaat op aanraking (huisdieren!) van HF-voerende delen van antenne of tuner, kun je beter een andere variant, of een ander antennetype kiezen. Zo'n variant is bijvoorbeeld om de halvegolf op een punt te voeden waar deze laagohmig is: in het midden. Op die manier ontstaat dan een dipoolantenne. Ook zou je voor een eindgevoede kwartgolf kunnen kiezen, in plaats van een halvegolf. Zo'n antenne neemt natuurlijk tevens een heel stuk minder ruimte in. Een kwartgolf kun je laagohmig voeden, en dus blijft de spanning veel lager en bovendien stelt het lagere eisen aan de tuner. De impedantie zit niet zo heel ver uit de buurt van de 50 ohm, en je zou een dergelijke antenne zelfs, als je een klein enige mantelstroom op de kabel niet vervelend vindt, zonder al te grote problemen na de tuner met coax kunnen voeden. Een kwartgolf in resonantie straalt wel iets minder goed uit dan een halve golf, maar het verschil is niet extreem groot. Heel belangrijk bij eindgevoede draadantennes is de tegencapaciteit. Op dit soort frequenties wordt daarvoor dikwijls een of andere vorm van aarde gebruikt. Aansluiten op de centrale verwarming is niet zo'n goede oplossing (hoogfrequent binnenshuis, storing bij ontvangst door huishoudelijke
apparaten, kapotte elektronica in de verwarmingsketel), maar voor lage vermogens werkt het wel.
Veel beter is een aardpin, maar het aansluiten van een dakgoot of ander groot metalen object als tegencapaciteit in plaats van een aarding werkt ook
heel goed. Gebruik echter nooit de bliksemafleider. Wanneer je apparatuur en je gezondheid je heilig
zijn tenminste. Als je geen ruimte hebt voor een 10 of 20 meter langdraad, dan zal, als je een antennetuner gebruikt een kortere draad ook heel behoorlijk voldoen. Overigens kan het niet veel kwaad wanneer de antenne een beetje een knik maakt, of zelfs een paar niet bochtjes onder een niet al te scherpe hoek. Het hangt er wel een beetje vanaf waar die knik zit. Het minst kwaad kan een bocht op het einde van de draad. Dat uiteinde moet vanwege de hoge impedantie weer niet te dicht in de buurt van objecten (ook niet-geleidende objecten) komen. Geleidende objecten parallel aan de antenne moeten bij de gehele antenne overigens zoveel mogelijk worden vermeden. Een kortere antenne dan een halve golf werkt minder goed, maar ook een veel langere antenne dan een halve golf straalt minder af! (Het optimum ligt bij ongeveer 5/8 golf). |
Een antenne als deze zal het wanneer hij niet extreem laag gespannen wordt gewoon uitstekend doen. Klein nadeel is misschien dat er afhankelijk van de uitvoering toch redelijk wat hoogfrequent in de shack en in de woning komt te staan, en er natuurlijk ook straling van allerlei apparatuur (modems, opladers, voedingen, PC's) in de ontvanger terechtkomt. Maar ja, je kunt bij een vrij makkelijk te maken antenne natuurlijk ook niet alles hebben. Denk bij de bouw van een draadantenne trouwens ook aan goede isolatoren. Die zijn in
allerlei uitvoeringen (vaak van porselein) op radiomarkten, maar ook bij
sommige onderdelenwinkels voor een paar dubbeltjes al te koop. Heb je die niet binnen handbereik, dan valt er van bijvoorbeeld plexiglas
ook wel wat bruikbaars te maken. Let er echter wel op dat er onder invloed van de wind bij zo'n lange draad veel krachten op de isolatoren kunnen komen te staan.
En zonlicht (UV) kan soms desastreus zijn voor bepaalde kunststofsoorten, zodat porseleinen isolatoren
uiteindelijk vaak toch wel de beste keuze zijn... In een volgend hoofdstuk wordt overigens nog verder op het gebruik van tuners ingegaan. |
|
|
banner
van deze site (downloaden met rechtermuisknop, Opslaan als...)
Persbericht van 1 november
2006
©2006, copyright op alle materiaal: Piek-E
press, tenzij anders vermeld.
Kopiëren of publicatie zonder schriftelijke toestemming vooraf verboden
Van toepassing
zijn daarnaast de meest recente algemene voorwaarden van Piek-E
press.
Met dank aan iedereen die een bijdrage aan deze site heeft geleverd!