No. 9 - februari 2006 - Wordt wekelijks 'ververst' - Redactie: John Piek (PA0ETE)

URL: www.pa0ete.nl - International version: www.pa0ete.com

Veranderende regels en inzichten

Antenneplaatsing
 

Dit artikel is van augustus 2004. Recent genoeg dus nog om iets over de huidige situatie te zeggen. Opnieuw is het een artikel dat ook in een andere versie in het blad TV Satellite heeft gestaan.
    
 

Veranderende regels en inzichten

Antenneplaatsing

De meeste amateurs hebben een antenne op het dak staan; al dan niet met een vergunning. Maar hoe zit dat nou met de regels rondom antenneplaatsing? Wanneer heb je nou toestemming nodig, en moet je altijd een bouwvergunning aanvragen? Er is een trend te bespeuren bij woningbouwcorporaties en gemeentes om het plaatsen van met name schotelantennes zoveel mogelijk te beperken. Is zo'n (gemeentelijk) antenneverbod werkelijk haalbaar?

Toen in de jaren zeventig Nederland bekabeld werd, was het belangrijkste doel daarvan dat die 'foeilelijke antennewouden' van de daken zouden verdwijnen. Meteen werden er door de plaatselijke overheden overal antenneverboden ingesteld. Zij waren het immers die geld investeerden en als mensen nu niet 'aan de kabel' zouden gaan en hun oude roestsprieten van het dak zouden halen dan werd het geld nòg voor niets uitgegeven. Veel mensen lieten zich destijds intimideren, en ondanks dat ze dat soms eigenlijk niet wilden, hielden ze zich aan wat zij dachten dat de regels waren en haalden hun antennes weg. Nou had de kabel in die tijd ook wel een aantal voordelen. In prijs verschilde het niet heel veel van een antenne-installatie op het dak, als die tenminste niet vroegtijdig van het dak geblazen werd, (in dat geval viel de kabel namelijk veel voordeliger uit). Het aantal zenders met een eigen antenne beperkte zich afhankelijk van de geografische ligging tot slechts enkele zenders. Nooit meer dan zes of acht. Maar met de kabel waren dat er vaak al zestien of meer. Bovendien verschenen al snel de eerste satellietkanalen; in een tijd dat een eigen satellietontvanger alleen nog voor de zeer rijke particulieren was weggelegd.

Hoe zeer verschilt die situatie van de toestand nu. De vaak goed gemotiveerde gemeentelijke kabelbedrijven zijn vrijwel allemaal opgegaan in uiterst grote commerciële bedrijven, die zich tot nu toe steeds maar al te goed bewust waren van hun eigen monopoliepositie. Bovendien is er enorm geïnvesteerd. Niet in de laatste plaats was dat om de kabelnetwerken van de gemeentes over te nemen, die daar flink hun gemeentelijke kas mee gespekt hebben. Dat laatste ging er soms cowboyachtig aan toe. In eerste instantie moesten mensen die te ver van de weg zaten, of net buiten de grens van het bekabelde gebied destijds bij de aanleg van de kabelnetten zelf voor veel geld het extra stuk kabel laten aanleggen. Bij sommige verafgelegen plattelandshuizen en boerderijen waren de mensen daar toen wel 20.000 gulden voor kwijt, meestal ging het echter om kleinere bedragen, maar meestal toch wel 2000 gulden. Bij de verkoop van de netten, jaren later, verkochten de gemeentes deze door particulieren betaalde stukken kabel zonder daar verder acht op te slaan meestal gewoonweg mee, zodat als je niet geprotesteerd (of geprocedeerd) hebt, je in zo'n geval nu zit met een zelf betaalde kabel onder eigen grond, die formeel eigendom is van een van de Essent's, Casema's of UPC's. Ze kunnen daar vervolgens naar eigen goeddunken aan komen sleutelen en desnoods een heel stuk tuin open graven. Door die grote investeringen uit het verleden is bij de kabelbedrijven de kas nu meestal leeg.


 

 

Verloren monopolie
 
Voor de kabelbedrijven is er nog ander een probleem: concurrentie. En niet alleen op de eigen infrastructuur: hoewel nog niet voldoende mensen het zich realiseren zijn de kabelbedrijven sinds de komst van de eerste Astra-satelliet begin jaren negentig in feite al hun monopoliepositie kwijt. Een onderzoek van het consumentenprogramma Kassa! toonde een paar maanden geleden aan dat de goedkoopste manier om te kijken die met een schotelantenne is. Weliswaar is de aanschaf van ontvanger en schotel redelijk duur, maar met de huidige kabeltarieven heb je dat er al in twee jaar uit. Ook de andere concurrent, Digitenne, die nog niet in het hele land beschikbaar is, steekt gunstig af tegen de kabeltarieven, en is in drie jaar terugverdiend. Daarbij is de beeldkwaliteit van zowel Digitenne als schotel meestal vele malen beter dan die van de kabel, en op de schotel heb je dan ook nog eens de keuzemogelijkheid uit honderden zenders, in plaats van enkele tientallen bij Digitenne en op de kabel.

De schotel heeft echter een slecht imago. Dat komt waarschijnlijk doordat wijken waar de meeste schotels staan, ook dikwijls de wijken zijn waar de goedkoopste huizen staan. Waar de kabel namelijk vaak in tekortschiet is het aanbod van zenders voor uit het buitenland afkomstige Nederlanders. Opnieuw ontstaan er dus de vaak als storend ervaren opeenhopingen van antennes. Dit keer niet in de vorm van antennewouden op het dak, maar meer als 'schotelgevels' voor hoogbouwwoningen. Slechts een enkele woningbouwvereniging springt hierop in, door gemeenschappelijke schotelinstallaties aan te bieden of zelfs bij renovatie zelf een voor het aanzicht redelijk aanvaardbare plek voor schotelplaatsing te creëren. Meestal wordt echter, net als in de jaren zeventig, door woningbouwcorporaties, verenigingen van eigenaren en zelfs gemeentebesturen alom teruggegrepen op het aloude antenneverbod. In Deventer geldt sinds dit jaar in enkele complete wijken een totaal verbod op schotelantennes.
 
 
Niet houdbaar
 
In de jaren zeventig gingen enkele halsstarrige lieden gewoon niet akkoord met de antenneverboden. Of ze lieten hun antenne gewoonweg staan. Als het dan tot een rechtszaak kwam, dan bleek meestal al heel snel dat een antenneverbod helemaal niet houdbaar is. Op basis van allerlei basiswetgeving, zowel verankerd in de Nederlandse grondwet als vastgelegd in Europese verdragen wordt het namelijk praktisch onmogelijk gemaakt om het hebben van een eigen antenne te verbieden. Zendamateurverenigingen als VERON en VRZA hebben hier via juridische adviezen vaak gebruik van gemaakt, zodat de meeste zendamateurs uiteindelijk vrijwel altijd hun zendantenne konden plaatsen. 

Die basiswetgeving is sinds begin jaren zestig niet meer veranderd, dus ook nu is een antenneverbod nog steeds onhoudbaar. Wel is er sinds enkele jaren iets veranderd. Zo is er op 1 oktober 2001 in Nederland het Antennebureau gekomen als uitvloeisel van de regeringsnota Nationaal Antennebeleid. Het voornaamste doel van de nota was overigens om de snelle uitrol van allerlei telecommunicatienetwerken, zoals voor mobiele telefonie mogelijk te maken.

Het Antennebureau, gevestigd bij het Agentschap Telecom in Groningen probeert landelijk beleid te maken op het gebied van antenneplaatsing. Ze doen dat op verschillende manieren. Het belangrijkste aandachtsgebied van het bureau zijn dikwijls grote commerciële partijen (mobiele telefoonbedrijven) en de gemeentes, die elk vaak verschillende belangen hebben. Een voortvloeisel uit het beleid dat door het Antennebureau is opgesteld, is dat er verschillende regels gelden voor diverse afmetingen antennemasten die geplaatst worden. De reden daarvan is dat gemeentes vaak voor iedere antenne die er geplaatst moest worden, daarvoor de zwaarste bouwvergunning eisten. Dat beleid verstopte op een gegeven moment veel gemeentelijke afdelingen bouw- en woningtoezicht, vanwege de hausse aan antennes die er de laatste jaren voor diverse doeleinden gekomen zijn. Antennes boven 40 meter hoog vallen door het nationale beleid nog steeds onder de een reguliere bouwvergunningaanvraag. Voor antennes tussen de 5 en de 40 meter hoog (inclusief een eventueel bij een mobiel netwerk behorende 'techniekkast') is een zogenaamd licht regime van toepassing, en alle antennes onder de 5 meter zijn sinds 15 augustus 2002 dus vrijgesteld van de verplichting van een vergunning. Dit laatste is natuurlijk van wezenlijk belang voor hoogfrequenthobbyisten.


Visueel inpasbaar
 
Behalve de antennehoogte kunnen er ook nog andere zaken een rol spelen die plaatsing kunnen bemoeilijken. Zo moet een antenne 'visueel inpasbaar' zijn in de bebouwing. Behalve de problemen van een bouwvergunning en de visuele inpasbaarheid, kun je bij de plaatsing van een antenne ook nog tegen een derde categorie problemen aanlopen. Een antenneverbod door de overheid is heel makkelijk aan te vechten, omdat wetgeving en verdragen er vooral op gericht zijn dat overheden geen vormen van censuur kunnen toepassen. Maar ook particulieren mogen het recht van vrije informatie in principe niet inperken.

Maar bijvoorbeeld verhuurders of verenigingen van eigenaren kunnen wel regels stellen aan antenne-installaties. In hoeverre dit redelijk is, kan vaak pas voor de rechter worden uitgemaakt. Wat bijvoorbeeld te doen als je een huis accepteert, inclusief de voorwaarde dat je geen antennes mag plaatsen, omdat je anders denkt dat je het huis misschien niet zult krijgen?
  
Overigens is het belang van het argument van visuele inpasbaarheid waarschijnlijk sinds kort wel een stuk afgezwakt. De landelijke overheid heeft deze zomer namelijk de gemeentelijke welstandscommissies opgeheven, waar mee zij de facto aangeeft dat het aanzien van bouwwerken tegenwoordig minder belangrijk wordt geacht. Een belangrijk argument bij conflicten over of je antenne het mooie uiterlijk van een gebouw of wijk aantast.

Als je geen toestemming krijgt voor plaatsing van een antenne, zal een advocaat zich meestal beroepen een verdrag uit het begin van de jaren zestig, het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Artikel 10 van dit verdrag regelt 'het vrije verspreiden van inlichtingen en denkbeelden'. Hierin mogen burgers niet belemmerd worden. Wat in dit verdrag staat gaat doorgaans boven landelijke wetgeving. In Nederland kunnen beroepszaken worden gevoerd tot aan de Raad van State, maar de hoogste instantie waar je bij het EVRM beroep aan kunt tekenen is het Europees Hof voor de Rechten van de Mens. Over het algemeen heeft een lagere rechter voor het zover is op grond van eerdere procedures dan al besloten dat een antenneverbod onrechtmatig is.
  
  
Schotelantennes
  
Schotelantennes vormen sinds enkele jaren een aparte categorie bij het toestaan van de plaatsing van antennes. Niet alleen is het hebben van een schotelinstallatie een soort van basisrecht van iedere bewoner van de EU geworden; dit is enkele jaren geleden nog eens extra formeel vastgelegd. Ook mag een landelijke overheid de vrije verspreiding van dit soort apparatuur niet inperken door daar bijvoorbeeld (onredelijke) technische of belastingtechnische eisen aan te stellen, of door het bezit aan een vergunningstelsel te verbinden. Sinds 2001 geldt daarnaast alleen voor zendantennes de aanvullende eis dat deze geen voor de gezondheid schadelijke straling mag verspreiden.

Het recht op vrije informatie heeft in het EVRM altijd voorrang op bijvoorbeeld het belang van een wijk dat de huizen er mooi moeten uitzien. Ook maakt het daarbij niet uit of het gaat om een legale of om een piratenzender die je wilt horen. En het argument dat de kabel een prima alternatief voor ontvangst vormt, gaat niet op als je kunt aantonen maar één zender te willen horen die op de kabel niet te beluisteren valt. Ook als je bijvoorbeeld een huurcontract hebt getekend waarin staat dat je geen antenne mag plaatsen, dan is zo'n voorwaarde hoogstwaarschijnlijk onrechtmatig, omdat je vermoedelijk het huis niet gekregen had als je het huurcontract onder die voorwaarden niet getekend zou hebben.

Toch blijft het in voorkomende gevallen soms moeilijk om je recht te halen. Als je niet oppast zit je zo in jarenlange juridische gevechten verwikkeld die, als je daar niet tegen verzekerd bent behoorlijk in de papieren kunnen lopen. Belangrijk is om in een zo vroeg mogelijk stadium juridisch advies in te winnen. In het ene geval kan het het beste zijn om een antenne maar gewoon te plaatsen, omdat iemand die het daar niet mee eens is dan zelf het initiatief moet nemen om hem weg te krijgen. In een ander geval is het juist weer gunstiger om die vergunning eerst wel aan te vragen, omdat het negeren van de regels je kansen op verlening van die vergunning zouden kunnen verkleinen.

Dit artikel is geschreven in augustus 2004.
 
Linkje:
www.antennebureau.nl

vorige - home - volgende

Fotobijschrift bij alle foto's:
De grote antennemast van het kabeltelevisienetwerk in Amersfoort. Tegenwoordig voornamelijk gebruikt voor straalverbindingen en mobiele netwerken.


Dit bericht stond op 24 februari 2006 op Teletekst
(bron: NOS Teletekst)
  

banner van deze site (downloaden met rechtermuisknop, Opslaan als...)

©2006, copyright op alle materiaal: John Piek, tenzij anders vermeld.
Kopiëren of publicatie zonder schriftelijke toestemming vooraf verboden 
Van toepassing zijn daarnaast de meest recente algemene voorwaarden van Piek-E press.