No. 10 - 1 maart 2006 - Wordt wekelijks 'ververst' - Redactie: John Piek (PA0ETE) |
URL: www.pa0ete.nl - International version: www.pa0ete.com |
Zelfbouw: lineaire versterkers voor amateurgebruik Deel 2 - Printplaten en
condensatoren |
Zelfbouw: lineaire versterkers voor amateurgebruik Deel 2 - Printplaten en condensatoren In de vorige aflevering van deze serie zijn we gebleven bij de aanschaf van de kast. Voordat u uw soldeerlust bot gaat vieren op de componenten, is het zaak om eerst tot een goede plaatsbepaling te komen, op welke plek welke onderdelen in de kast, respectievelijk op het chassis moeten komen. Om dat te kunnen doen is het handig dat we eerst alle 'grote' onderdelen verzamelen of zelf maken. Onder de onderdelen die de grootte van de kast bepalen, vinden we als eerste natuurlijk de hoogspanningstransformator, en die hadden we al. Verder hoop ik dat u een keuze heeft kunnen maken uit de aangeboden buizentabel. Denk er wel om, dat bij iedere buis ook een buisvoet hoort. Deze kaneventueel ook zelf gemaakt worden, maar de beschrijving daarvan voert een beetje te ver voor dit artikel. Verder zijn de zogeheten 'loading'- en 'tuning'-condensatoren relatief grote componenten. Ook de gelijkrichterschakeling kan behoorlijke afmetingen aannemen. Als laatste noemen we het PI-filter en de gloeistroomtrafo. Op foto 1 ziet u een gedeelte van de componenten, los op het chassis gepaatst. Duidelijk te zien is dat de buis altijd zo dicht mogelijk bij de afstemcondensatoren moet staan, net als trouwens het PI-filter. Op foto 2 ziet u het PI-filter en de condensatoreenheid voor het chassis liggen. Deze onderdelen worden straks boven de gloeistroomtrafo en de loading- C geplaatst. We zullen alle getoonde onderdelen nu de revue laten passeren zodat u voldoende tips krijgt en inzicht in hoe een en ander gemaakt wordt en verkregen kan worden.
PI-filter
Op foto 4 is een printplaatje te zien met een aantal diodes. Deze is gemaakt volgens het schema van figuur 1. Het maken van zo'n printplaatje is erg eenvoudig, uitgaande van enkelzijdig epoxy printplaat van 1 à 3 millimeter dik, niet kritisch dus. Teken met een dunne viltstift eerst de vakjes die u wilt 'overhouden'. Ga daarna met een stanleymes langs een stalen liniaal over deze viltstift lijntjes. Met andere woorden: maak een dikke inkerving in de koperfolie. Verwarm vervolgens het te verwijderen koper met een soldeerbout, voeg flink veel tin toe, en trek met een pincet het koper weg tussen de 'eilanden'. Houd bij het aantrekken van de folie steeds de soldeerbout op de plaats waar het koper loslaat van de epoxy ondergrond. Ziedaar: binnen tien minuten heeft u een prachtig printplaatje voor de hoogspanningsdiodes. Maak het printplaatje niet te klein en houd er rekening mee dat tussen de + en de - een spannings verschil staat van 4000 volt! Dus 1 centimeter ruimte tussen de eilanden kan geen kwaad. Natuurlijk kunt u het plaatje in plaats van bovenstaande werkwijze ook gewoon etsen.
|
De tuning-C
Eerst even wat achtergrond: op deze condensator komt een zeer hoge HF-wisselspanning te staan. Nu is uit de praktijk gebleken dat de afstand tussen de platen van de condensator gelijk of groter moet zijn dan 1 millimeter per 1000 volt. We hebben in onze opstelling een spanning van 4000 volt, dus de afstand tussen de 'geïsoleerde' vaste platen en de geaarde draaibare platen moet minimaal
4000 / 1000 = 4 mm bedragen. Daar zit hem nou net de kneep: de aangeboden condensatoren op radiomarkten hebben meestal een plaatafstand van
slechts 2 tot 3 millimeter. Om dit voor elkaar te krijgen wordt gewoon de hele afstemcondensator uit elkaar
geschroefd. Let daarbij vooral op het kogeltje. Trek met een flinke tang met platte bek aan één uiteinde aan de plaat op de rotor,
dan laat hij met een beetje wrikken laat hij los. Dit doen we om en om.
Wanneer we het heel netjes willen doen en we hebben de beschikking over een draaibank, dan kunnen we de lege ontstane groeven nog even wat uitdraaien, om ook daar de afstand tot de vaste platen op
tot de juiste afmetingen terug te brengen. Het vaste gedeelte behandelen we op dezelfde wijze:
met een tang wordt om en om een plaat losgewrikt.
Deze zijn verkrijgbaar in alle waarden van 10 tot 500 pF bij 5 tot en
met 35 kV. Die zijn dus prima geschikt, en beslist aan te raden. Echter bedenk wel, dat
er voor het gebruik van deze types een vertraging gemaakt moet worden.
Vacuümcondensatoren moeten tussen de 10 en 20 keer worde rondgedraaid voor het hele bereik. Er moet dus een soort vertragingsmechanisme op het front
komen om tot een stabiele en van te voren te bepalen aflezing te komen. Maar nogmaals, zo'n condensator is elektrisch gezien een
heel stuk beter dan een luchtcondensator. Als u er dus een heeft, dan zou ik hem altijd gebruiken, maar het vertragings- en uitleesmechaniek
zult u daarbij u zelf moeten bedenken, want dat valt buiten de strekking van dit artikel.
Wat op deze foto tevens te zien is, dat is de kleine transformator die de spanning levert voor het relais en
voor de signaallampjes. Op dit moment zult u moeten beslissen of u de
afwerking uitvoert met een 24V of 12V besturingssysteem. Of anders gezegd,
wanneer u over voldoende 24V relais en lampjes beschikt, kies dan voor 24
volt. Is de voorraadschuur echter gevuld met 12 volt relais en lampjes, neem
dan 12 volt. Voor de verdere werking van de versterker maakt deze keuze
geen verschil. Het kan ook zijn dat u een gloeistroomtrafo heeft genomen waar de 12 of 24 wikkeling ook op is blijven
zitten dan is het geen probleem om deze te gebruiken. |
Rest ons nog het laatste volumineuze onderdeel en dat is de condensator voor de gelijkrichting. Als we een gelijkspanning hebben van 4000 volt, dan
hebben we ook een condensator nodig van die spanning. Dit is op twee manieren te verwezenlijken:
Ik kies meestal voor 2, om meerdere redenen. Ten eerste kun je met het in serie schakelen van elektrolytische condensatoren zelf de vorm van het condensator-'blok' bepalen. Verder is het volume, bij dezelfde capaciteit, bij een serieschakeling veel kleiner dan bij een blokcondensator. En
ten slotte kun je de bleeders (zie verderop) meteen gebruiken als spanningsverdelers over de in serie geschakelde condensatoren.
Echter, deze weerstanden krijgen nog een andere functie. Gezien het feit dat de tolerantie van elektrolytische condensatoren binnen de zeer ruime grens ligt van -10 en + 20% zult u begrijpen dat ook de inwendige wisselspanningsweerstand van deze condensatoren onderling nogal verschillend kan zijn. Zonder bleeders zou dat betekenen dat over de ene condensator bijvoorbeeld 550 volt gelijkspanning zou staan, en over zijn buurman slechts 450 volt. Het gebruik van bleeders is ook uitstekend geschikt om die verschillen weg te werken. Omdat de weerstand van de bleeders vele malen kleiner is dan de hierboven genoemde inwendige weerstand van de condensatoren zal de aangelegde spanning zich keurig in dezelfde proporties over alle condensatoren verdelen. In tekening 2 is aangeven hoe een en ander geschakeld is.
Het benodigde printje kunt u zelf weer op manier maken waarop ook het printje van de gelijkrichter gemaakt is. Op de foto is duidelijk aangegeven hoe de koperbanen zijn weggesneden en hoe de bleeders gemonteerd zijn. Een laatste voordeel van deze bleederconstructie is de uitlezing van de totale spanning. Het zou toch wel een beetje griezelig zijn om de totale spanning van 4000 volt - al dan niet met een voorschakelweerstand - aan een spanningsmeter op het frontpaneel aan te sluiten. We kunnen door het gebruik van de bleederweerstanden volstaan met een uitlezing van de laatste bleeder van de serieschakeling. Immers, wanneer de spanning over de laatste bleeder 500 volt bedraagt, dan zal de totaalspanning 8 x 500 = 4000V bedragen. Deze 500 volt kunnen we veilig en via een weerstandje/potmeter aanbieden aan een voltmeter op het front. Deze meter is in de schakeling van figuur 2 opgenomen. Tevens ziet u dat ook de plaats van de ampèremeter (0-1 A) is opgenomen. De plek voor dit meetinstrument is zo gekozen dat hij niet uitslaat (tenminste niet te ver) als de elektrolytische condensatoren geladen worden tijdens het inschakelen. Daarnaast is dit een veilige plaats in het geval dat er een spontane overslag plaats zou vinden tussen en over de condensatoren. De ontlaadstroom loopt dan niet via de meter waardoor deze gespaard blijft. Tot zover dus deel 2. In het volgende deel worden de in deel 1 en 2 verzamelde onderdelen samengevoegd. Heeft u vragen over deze eerste twee delen, uitsluitend via e-mail wil ik u wel verder helpen. zhtech[a]zhtech.nl |
|
banner van deze site (downloaden met rechtermuisknop, Opslaan als...)
©2006, copyright op alle materiaal: John Piek, tenzij anders vermeld.
Kopiëren of publicatie zonder schriftelijke toestemming vooraf verboden
Van toepassing
zijn daarnaast de meest recente algemene voorwaarden van Piek-E
press.