Het monitoringstation van Agentschap Telecom in Amersfoort

“Wij hebben geen boodschap aan de boodschap.”

Monitoringstation Agentschap Telecom

Dit artikel heeft in 2006 in het blad Tevolutie gestaan en op de website vragenrubriek.nl. Het kan uiteraard zijn dat er sindsdien dingen veranderd zijn. Het monitoringstation zit sinds 2005 in Amersfoort, toen hielden de vestigingen Zwolle, Nederhorst den Berg en Eindhoven op te bestaan.

De Radiocontroledienst is nog altijd de naam die bij veel mensen een belletje doet rinkelen, maar Agentschap Telecom, zoals de organisatie al een aantal jaren heet, heeft met meerdere naamswijzigingen door de jaren heen tegelijkertijd een aantal andere veranderingen doorgemaakt, behalve in naam ook in taakstelling. In dit artikel ligt de nadruk enigszins op de toezichthoudende rol van Agentschap Telecom.

“Veel mensen denken als ze onze naam horen direct aan de opsporing van clandestiene zenders. Dat doen we nog steeds. Maar het is maar een heel klein deel van onze taken,” aldus Jan Wilshaus van het agentschap. “De vroegere hoofdactiviteit was ‘handhaving’, maar tegenwoordig spreken we over ‘toezicht’. We zien erop toe dat de ether op de juiste manier en doelmatig gebruikt wordt. Daarbij hebben we geen boodschap aan de boodschap, zoals we weleens zeggen, we gaan niet over de inhoud van de uitzendingen.

We gaan echter allang niet meer alleen over de ether. Wij hebben op het moment vier kerntaken. De eerste daarvan is het beheer van frequenties. In tegenstelling tot vroeger gaan we bij het toezicht eigenlijk vooral op klachten af. Verder bewaken wij het spectrum, dat wil zeggen dat we toezien op doelmatig gebruik van frequenties, maar bijvoorbeeld ook dat we kijken of bepaalde banden minder druk worden, en zo (mede) aan andere gebruikers kunnen worden toegewezen.

Een tweede taakstelling is het toezien op naleving van de R&TTE- en EMC- richtlijnen. Een uitvloeisel van Europese regelgeving is een hoge mate van zelfcertificering door de bedrijven. In dat kader controleren we bijvoorbeeld of producten inderdaad voldoen aan de conformiteitsverklaring waarmee fabrikanten en leveranciers kenbaar maken aan de eisen voor het CE-keurmerk te voldoen. Het keuren van apparatuur, individueel of per type, zoals dat vroeger gebeurde doen wij bijvoorbeeld niet meer. Net als bij de eerste taakstelling werken we hier ook veel met steekproeven.

Een derde taak is het toezien op de veiligheid en integriteit van netwerken. Dat zijn bijvoorbeeld de vaste en mobiele telefoonnetwerken, maar ook de kabel en internet. De vierde bezigheid is dat wij toezicht houden op het bevoegd aftappen van telecommunicatienetwerken. Daarbij zijn wij opnieuw niet geïnteresseerd in de boodschap, maar alleen of de internet- en providers voldoen aan de regels die daarvoor zijn.”

Agentschappen

Agentschap Telecom heeft de afgelopen jaren nogal wat veranderingen ondergaan, waarbij veel buitenstaanders het spoor al snel van bijster waren. Wilshaus: “Oorspronkelijk was de dienst bekend onder de naam ‘Radiocontroledienst der PTT’. Die instantie viel onder het ministerie van Verkeer en Waterstaat. Bij de verzelfstandiging van de PTT is de dienst in 1989 ondergebracht bij de HDTP, het Hoofddirectoraat Telecom en Post. Vervolgens ging de overheid begin jaren negentig experimenteren met agentschappen. Zo’n agentschap is wat ze noemen een binnenambtelijke verzelfstandiging, de organisatie wordt een zelfstandige eenheid, die ook financieel de eigen broek moet ophouden.

Onder de naam Rijksdienst voor Radiocommunicatie gingen we ons toen bezighouden met het reilen en zeilen rond de Telecomwet. Weer een paar jaar later werden we onderdeel van de inspectie van Verkeer en Waterstaat, waar ook de Rijksdienst voor het Wegverkeer en de Scheepvaartinspectie onder vallen, en de Rijksluchtvaardienst en de toen nog op te richten Divisie Rail. Wij verzorgden in die constellatie de Divisie Telecom. Een jaar later echter trad het kabinet Balkenende 2 aan, en in het regeerakkoord van dat kabinet stond dat alles wat met ICT te maken had bij het Ministerie van Economische zaken zou komen. Binnen een jaar tijd kregen we dus alweer een nieuwe naam, Agentschap Telecom en nogmaals nieuw briefpapier. Maar aan onze taken veranderde er daarbij verder niets. Gevoelsmatig was het voor de mensen die hier werken uiteraard ingewikkeld, al die naamsveranderingen, en ook voor onze naamsbekendheid is het natuurlijk niet goed geweest. Veel mensen kennen ons nog altijd als de Radiocontroledienst.”

Zendamateurs

“Onze taken worden onderverdeeld in de hoofdafdelingen Frequentie-infrastructuren en Systemen , Vergunningen en Toezicht. De eerstgenoemde afdeling is zeer internationaal georiënteerd en verwerft tijdens de diverse internationale overleggen frequentieruimte.”

“Bij vergunningen speelt de schaarste aan frequenties een rol. Daarom treedt de overheid regulerend op. Onze inkomsten komen voornamelijk uit vergunningen voor frequentiegebruik. Er is voor de vergunningen zowel een verleentarief, dat eenmalig gerekend wordt, als een terugkerend toezichttarief. Onder de hoofdafdeling vergunningen valt ook de planning, de implementatie van nieuwe toepassingen, inspelen op ontwikkelingen zoals digitalisering. En verder de groep van 15.000 zendamateurs, traditioneel voor ons een belangrijke groep klanten, ook in aantal. En ten slotte is er het omgaan met speciale toepassingen, die niet in ‘bulk’ geregeld kunnen worden. Het aantal ether gebruikers is in de afgelopen jaren ook zeer spectaculair toegenomen. Ik had het laatst met een collega over hoeveel vergunningvrije toepassingen er in Nederland zijn. Dat zijn er zeker vier per huishouden, van garagedeuropener tot aan GSM-telefoon. Wanneer je je dat bedenkt dan valt het met het aantal onderlinge storingen eigenlijk nog reuze mee.”

Wasmachines

“De interpretatie van het toezicht is, zoals ik al zei veranderd. De nadruk ligt niet meer op handhaving van de wet, maar op toezicht op het elektronische communicatiedomein. We streven daarbij naar ‘minder overlast en meer effect’. Net als bij de belastingdienst nemen we bij het onderzoek daarvoor telkens een bepaald marktsegment onder de loep. Vorig jaar waren dat bij de EMC-controles onder andere wasmachines die we getest hebben op hun EMC-gedrag. Het gaat er daarbij natuurlijk om dat een apparaat in werkende toestand tijdens normaal gebruik getest wordt. Wij kunnen wel testen, maar dingen als waterleiding hebben we ook niet bij de hand, dus om die reden is het onderzoek toen aan KEMA uitbesteed. We komen ook wel eens rare dingen tegen ja. Vorig jaar hebben we nog een partij op afstand bestuurbaar speelgoed getest, voornamelijk van Chinese makelij. Daar waren toch nog twee typen apparaten onder, die gewoon midden in de luchtvaartcommunicatieband uitzonden.”

Monitoringstation

“Het monitoringstation dat we hier in Amersfoort hebben dient zowel voor het toezicht als voor het beheer van het spectrum. Na de laatste veranderingen bij ons zijn de districten van de afdeling toezicht gecentraliseerd in Amersfoort. In plaats van de monitoringstations in Rotterdam, Eindhoven, Zwolle en Nederhorst den Berg bedienen we vanuit hier nu twaalf onbemande ontvangststations over het hele land verspreid, die op hoge flatgebouwen staan. Al die ontvangers kunnen hier vanuit Amersfoort bediend worden. Elke locatie heeft twee ontvangers, waarvan er eentje gewoonlijk gebruikt wordt voor het bekijken van het spectrum en de andere voor toezicht. Behalve de twaalf posten in Nederland hebben we tegenwoordig ook samenwerkingscontracten met onze buurlanden voor gebruik van de ontvangers daar. Zo gebruiken we voor de lage kortegolfbanden ontvangers in het oosten van Duitsland. Het signaal draagt in Nederland niet zo ver, maar is 1000 km verder weer heel goed te ontvangen..Natuurlijk beschikken we daarnaast ook nog over opsporingsvoertuigen die onder andere voor het uitpeilen van piratenzenders worden gebruikt. Ook daar treden we vooral op bij storing. Door onder andere de invloed van internet is de interesse voor piraterij onder jongeren echter sterk teruggelopen.”

“Behalve voor toezichthoudende werkzaamheden wordt het monitoringstation ook gebruikt om de drukte op bepaalde plaatsen in het spectrum te onderzoeken, dat is erg zinvol om trends waar te nemen. Is het bijvoorbeeld in de taxiband nog net zo druk als in 2002? Doordat taxicentales meer en meer gebruik maken van datatransmissie is het daar waarschijnlijk rustiger geworden. Omdat communicatiesystemen meer en meer intelligent worden, is de kans op onderlinge storing ook sterk afgenomen. Kijk bijvoorbeeld naar hoe slim Bluetooth met het spectrum omgaat. Daarnaast zijn er ontwikkelingen als widespectrummodulatietypen. Door het signaal te spreiden over vele kanalen is het niet erg dat een aantal van die kanalen bezet zijn. Daarbij is het uitgezonden signaal zodanig zwak, dat bijvoorbeeld in de FM-band het signaal bij het beluisteren van een omroepsignaal helemaal niet eens wordt opgemerkt.”


©2012, John Piek (QRM! Magazine) – Medegebruik van dit artikel en/of foto’s is in dit geval NIET toegestaan.

This entry was posted in Handhaving. Bookmark the permalink. Follow any comments here with the RSS feed for this post. Both comments and trackbacks are currently closed.