807. De atoomwolk

`

807. De atoomwolk

4 februari 2012
©2012, copyright: GoHansBrinker.com

Een paar weken geleden schreef ik over de treinramp in Harmelen, en hoe dat op mij als kind een enorme indruk maakte. Er was in mijn jeugd nog zo’n ervaring die je altijd bij blijft. Het gebeurde vroeg in de ochtend in Dordrecht waar ik toen woonde, ik denk rond half acht een keer op een doordeweekse dag.

Geschrokken zag ik mijn ouders voor het woonkamerraam staan kijken naar buiten. “Moet je zien.” Wat ik zag was een enorme zwarte wolk. Die steeg echt hoog naar boven. Veel hoger dan een hoog flatgebouw. Een grote pilaar die misschien zo breed was als een derde van ons grote woonkamerraam en die boven de huizen tegenover ons uitsteeg. We konden niet zien hoe ver.

“Jullie blijven thuis.” Jullie, dat waren mijn twee zussen, waarvan de jongste toen vermoedelijk nog niet naar school ging, en ikzelf.

De zwarte rook was inderdaad omineus. Zwarter dan de donkerste onweerswolk die ik wel eens gezien had. Bovenaan eindigde hij als een soort paddestoel en ik begreep pas later van mijn ouders dat ze op dat moment (het was volop koude oorlog) serieus aan een atoomexplosie dachten.

Na enige tijd werd duidelijk wat er werkelijk gebeurd was. Ik denk door de radio. Ik weet ook niet of we nog op tijd op school waren. Als we te laat waren hebben mijn ouders het ongetwijfeld uitgelegd (ik denk eigenlijk dat het inderdaad zo gegaan is).

Op ongeveer een kilometer van ons huis destijds in Dordrecht was een bedrijventerrein met haven, met onder andere een kleine olieraffinaderij. Er was op die plek ook een faciliteit van Fokker, waar de vader van een vriendje uit de buurt werkte en waar ik wel eens naar de de half afgebouwde F-27’s heb mogen bekijken.

Op het industtrieterreintje was ook een fabriek van het bedrijf Chefaro. Die waren bekend van de pijnstiller Chefarine-4. Klaarblijkelijk zijn de ingrediënten van dergelijke farmaceutische producten bijzonder explosief, want het was die fabriek die geheel de lucht in was gevlogen. Niets stond er nog zo bleek later uit de krantenfoto’s. Vanwege het vroege tijdstip was er op de nachtwaker na niemand in het bedrijf geweest, zo meldde de lokale krant De Dordtenaar. De man, zo meldde het artikel had bij de brand grote brandwonden opgelopen en in zijn paniek was hij in de nabijgelegen Dordtse Kil[] gesprongen. Hij had vervolgens aan een stuk door gezwommen, tot hij vier of vijf km verder nabij de Oude Maas en het centrum van Dordt door een paar politieagenten werd opgemerkt, die hem vervolgens naar het ziekenhuis vervoerden. De man bezweek een week later alsnog aan zijn verwondingen.

Ik heb er nadien eigenlijk bijzonder weinig met mensen over gesproken. We is het altijd in mijn gedachten gebleven.

Categorie: life-log – plusminus 455 woorden – Alles op deze website is in principe fictie, hoewel er elementen uit de realiteit kunnen zijn verwerkt. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.

Naar aanleiding van de column over de treinramp bij Harmelen werd ik gemaild door de geluidstechnicus die destijds het geluid verzorgde voor de Nederlandse televisie, bij de live-uitzending van de herdenkingsdienst voor de slachtoffers van de het treinongeluk . Dit vind ik uiteraard bijzonder leuk. Hij schreef hierover:

Toen ik je colunm las over de treinramp bij Harmelen, kwamen bij mij ook allerlei beelden weer voor ogen. Na de ramp was de herdenkingsdienst in de st.Janskerk in Utrecht. Deze dienst zou voor de televisie worden uitgezonden.Als jong (geluids)technicus moest ik dat verslaan, althans het geluidsdeel. Ik herinner me dat dat het verschrikkelijk koud was. De ons ter beschikking zijnde microfoons kregen het hierbij heel moeilijk. De vele aanwezige mensen brachten namelijk zoveel vocht in de ruimte, dat de toentertijd gebruikte microfoons een voor een de geest gaven. Normaal gaven de destijds in de microfoons ingebouwde EF91/93 radiobuizen zoveel warmte af, dat de microfoonkapsels hierdoor wel vochtvrij bleven, maar op die dag in die kou begon de een na de ander af te pijgeren: die boven de diverse koren en het orkest.

Eerst begon zo’n microfoon dan heel zacht te “motorboten” en vervolgens begonnen ze dan te reutelen tot ze niets meer deden!

Alles was in die tijd nog live en het enige wat je nog kon doen was om de regelaars van de betreffende microfoons maar dicht te doen. Om het kort te houden: aan het einde van de uitzending had ik nog maar twee microfoons in gebruik. Dat waren twee dynamische mikrofoons, die bij het publiek opgesteld waren.

Alles wat op de kansel wed gezegd klonk bij de kijker thuis dan ook heel hol en praktisch onverstaanbaar. Zoiets is voor een geluidstechnicus een van de ergste dingen die bij zijn werk kan gebeuren, in het bijzonder als wat er gebeurd ook nog live wordt uitgezonden.

Een bijkomend probleem was verder nog dat de microfoons in die tijd werkten met een polarisatiespanning van 85 volt. Tegenwoordig is dat nooit meer dan een veilig geachte 48 volt. Het gevolg was dat als er vocht op neersloeg dat er dan vonkoverslag ontstond, met alle gevolgen van dien.