745. Micronaties

745. Micronaties

30 oktober 2010
©2010, copyright: GoHansBrinker.com

Alleen maar columns over reclame is geloof ik ook weer wat veel. Niet dat ik er alles al over geschreven heb. En ik heb ook nog een vaag plan om na die serie nog een korte serie te gaan schrijven over een aantal oplichterstrucs die veel gebruikt worden. Maar ik wil daarnaast ook graag weer wat met de serie over micronaties gaan doen waar ik in 2006 al mee begonnen ben. Begin van dit jaar heb ik al een poging gedaan, maar nadat ik in september vorig jaar het eerste deel van de serie al had herschreven en in februari een mooie vormgeving voor de bijbehorende website had gemaakt, werden de plannen doorkruist door nogal wat zakelijke beslommeringen.

Vandaag begin ik met het deels herschrijven en deels nieuw schrijven van een aantal hoofdstukken aan die serie. Omdat ik niet zeker weet of ik het herschreven deel in februari van dit jaar al eerder op deze site gezet heb, zal ik dat eerste deel onder deze column zetten.

Sinds ik deze serie ben begonnen is er zeker een drietal nieuwe landjes in Europa bij gekomen. Eentje, Forvik, heb ik een of twee jaar geleden al beschreven. De andere twee waar ik nog niet over geschreven heb zijn beide uitingen van protest, de een wat serieuzer en misschien wat grimmiger dan de andere. Er is een groot verschil tussen hoe Angelsaksische landen en landen met een Latijnstalige achtergrond doorgaans met ontstane micronaties omgaan. Malu Entu dat begin 2009 op een eilandje bij Sardinië (Italië) ontstond, nou ja werd opgezet, is al heel snel door de lokale overheden (militairen, boswachters en medewerkers van de havenmeester van de nabije stad Oristano) ontruimd. Forvik daarentegen (nabij de Shetland Eilanden, boven Schotland) werd ongemoeid gelaten, ook toen het ‘staatshoofd’ Stuart Hill, alias Captain Calamity, een auto van een Forvik-kenteken en Forvik-belastingregistratie voorzag en die op een weggetje op de nabije Shetland-eilanden parkeerde.

Het andere proteststaatje ontstond toen in Nederland de Horstermeerpolder (iets ten westen van de lijn tussen Hilversum en Bussum) de onafhankelijkheid uitriep. Niet helemaal duidelijk is hoe ver het landje al dan niet ludiek is. Er werden wel degelijk concrete stappen ondernomen door de ‘inwoners’, die er bijvoorbeeld uit bestonden dat enkele waterwerken van Rijkswaterstaat werden vernield, waardoor het onder water zetten van een groot deel van de polder (daartegen richten de protesten zich vooral) zal worden bemoeilijkt. Geen van deze drie landjes werd overigens voor zover ik heb kunnen nagaan door enig ander land erkend. Binnenkort dus, mede afhankelijk van de inspiratie meer…

Categorie: micronaties – plusminus 420 woorden – Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.

Vlag van
Neutraal Moresnet

Wapen van
Neutraal Moresnet

Neutraal Moresnet

Laatst herzien op: 27-9-2009

Ik ben verzot op grenzen. Landsgrenzen wel te verstaan. Ik ben erdoor gefascineerd. Steeds weer verbaas ik mij over de mensen die aan weerszijden van de grens wonen. In Drenthe bijvoorbeeld, waar een deel van mijn familie vandaan komt, is er in taal en cultuur nauwelijks verschil aan weerszijden van de grens. Ook in streken als bijvoorbeeld Limburg, bij Sittard waar het gebied aan de Duitse zijde van de grens de Selfkant heet, en bij Kerkrade/Herzogenrath zijn de mensen aan weerszijden elkaar goed gezind. Op andere plaatsen zoals in Nijmegen bijvoorbeeld zijn de verschillen groter. In Venlo heeft de bevolking vaak een regelrechte hekel aan de mensen die van de andere kant van de grens komen.

Foto rechts: Het huidige Drielandenpunt, waar de grenzen van Nederland, Duitsland en België samenkomen was 103 jaar lang een vierlandenpunt. (foto: Ahoerstemeier, GNU Free Documentation License, Version 1.2 and later. Foto is aanklikbaar voor een vergroting)Dat laatste kan misschien komen doordat er in Venlo al jaren een Duits winkelgebied is, waar je in de guldenstijd zelfs alleen maar met D-marken kon betalen. Ik kocht er eens een bakje aardbeien, en constateerde dat het meisje achter de kassa hoegenaamd geen Nederlands sprak. Wonderlijk. Ook kan het zijn dat die tegenstelling juist dáár ontstaan is omdat in deze regio aan het begin van de oorlog de Duitsers per trein ons land het eerst binnenvielen (de eerste plaats waar dat gebeurde was Gennep, ten noorden van Venlo net onder Nijmegen).

Vierlandenpunt
Ik ben eens met een fietstocht op het Drielandenpunt geweest. Tenminste, dat dacht ik. Een straatnaambord (Vierländerstraße) in als ik me niet vergis het Belgische deel wees namelijk op een vierlandenpunt. Nooit heb ik begrepen hoe dat zat, totdat ik eens bij Wikipedia naar de mini-staatjes van Europa (Vaticaanstad, Monaco, Andorra, San Marino) aan het kijken was, en zo de oplossing van het raadsel vond: ruim een eeuw lang (van 1816 tot 1919) was het namelijk inderdaad een vierlandenpunt.

Het vierde land(je) hield aan het begin van de twintigste eeuw op te bestaan en behoort tegenwoordig tot Duitstalig België. Neutraal Moresnet heette het, en het was een soort van driehoekig van vorm, 3,5 vierkante kilometer groot, en lag met de bovenpunt tegen het huidige Drielandenpunt aan. Het mini-staatje dat dus precies 103 jaar heeft bestaan, ontstond doordat Pruisen nét na de tijd van Napoleon onenigheid had over de grens met de toenmalige Nederlanden, waar België destijds nog deel van uitmaakte. De onduidelijkheid ging over een winstgevende zinkmijn.

Afbeelding links: Kaart van Neutraal Moresnet, gemaakt door het Ministerie van Oorlog, verkend in 1842, uitgegeven in 1862. (Bewerking in 2005 vrijgegeven in het public domain door Ed Stevenhagen, kaart is aanklikbaar voor een vergroting).

Uiteindelijk werd besloten om van de omstreden streek een neutraal gebied te maken. In 1816 werd in het Akens Grensverdrag bepaald dat het gebiedje Mairie Moresnet in drieën zou worden verdeeld. Het huidige plaatsje Neu-Moresnet werd Pruisisch Moresnet en viel aan Pruisen toe. Het plaatsje Moresnet ging bij Nederland (dat tot de Belgische revolutie in 1830 dus nog uit Nederland en België bestond). Het plaatsje Kelmis, waar de zinkmijn lag werd het zelfstandige gebied Neutral Moresnet, bestuurd door een Nederlandse en een Pruisische commissaris, maar met een machtige burgemeester aan het hoofd. Drie jaar na het ontstaan, in 1818 werden er de eerste (houten) grenspalen geplaatst. Die werden tussen 1869 en 1870 vervangen door stenen exemplaren. Oorspronkelijk woonden er in dat gebied 256 mensen. Later kwamen daar nog bijna 3000 arbeiders van de zinkfabriek bij. Het land werd bestuurd door een commissaris, maar in feite zwaaide de machtige burgemeester er de scepter. Het land had geen eigen munten, maar wel eigen postzegels. Neutraal Moresnet heeft ook een tijdje een eigen vlag en een eigen volkslied gehad. Vanaf 1830, toen België en Nederland als aparte landen verder gingen, grensde het landje, op dat ene puntje bovenaan na, aan Belgisch grondgebied in plaats van het Nederlands.

Neutral Moresnet ontwikkelde zich al snel tot een belastingparadijs. De lonen waren er hoog en aanvankelijk gold er geen dienstplicht en alcohol stoken was er legaal. Gevolg was dat de aanvankelijke bevolking van 256 personsn zich mede door de aantrekkingskracht van de zinkmijn als werkgever in vijftig jaar tijd vertienvoudigde naar 2500.

Foto rechts: Voormalige woning van de directeur van de zinkmijn, tegenwoordig het Göhltalmuseum over Neutraal Moresnet. (Foto is aanklikbaar voor een vergroting.)

Esperantostaat
De zinkmijn raakte in 1885 uitgeput, waarna diverse plannen ontstonden om het gebied als zelfstandige ‘natie’ te laten voortbestaan. Zo wilde de kleurrijke plaatselijke huisarts en bedrijfsarts van de zinkmijn Dr. Wilhelm Molly er de onafhankelijke Esperantostaat ‘Amikejo’ (plaats van grote vriendschap) vestigen. Rond 1900 begon Pruisen echter meer en meer druk uit te oefenen op het gebied, maar ook België wilde het zich niet laten ontvallen. In 1914, aan het begin van de Eerste Wereldoorlog viel Pruisen België binnen, waarna in 1915 Moresnet door Pruisen werd geannexeerd. In de verdragen aan het einde van de Eerste Wereldoorlog oorlog viel het gebiedje echter weer aan België toe, waar het nu nog steeds deel van uitmaakt. Bijzonder is dat van de zestig grenspalen van het landje er nog altijd vijftig gewoon in het landschap staan. Deze zijn onder andere te zien op de website www.grenspalen.nl. (Die site is sowieso ergde moeite waard).

Voor Neutraal Moresnet heeft recentelijk een tijdje opnieuw een onafhankelijkheidsbeweging gehad. Te zien aan de website die de beweging een tijdje in de lucht gehad heeft was dit echter geen serieus initiatief.

Voor verdere info zie: www.moresnet.nl, http://en.wikipedia.org/wiki/Moresnet.

Bronvermelding: Wikipedia (nl/en/dl), moresnet.nl, grenspalen.nl

Kaart van het gebied, zie de verklaring hieronder.

1: Nederland (vanaf 1830), provincie Limburg
2: België (vanaf 1830), provincie Luik/Liège
3: Neutraal Moresnet, 1816 – 1919
4. Pruisen, de Rijn-provincie

a. Duits-Nederlandse grens, zoals gold vanaf 1843
b. De weg van Aken naar Luik
c. De huidige Duits-Belgische grens, die geldt vanaf 1919

De gebieden 1 en 2 hoorden van 1815 tot en met 1830 bij elkaar, binnen het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden. In 1830 scheidde België zich af, wat door het huidige Nederland in 1839 werd erkend. De grens tussen beide landen werd formeel vastgesteld in 1843.

België kreeg het tweetalige Moresnet als gevolg van verdragen aan het eind van de Eerste Wereldoorlog in bezit als compensatie voor de schade tijdens die oorlog. Sindsdien behoren de gebieden 2, 3 en 4 (ten westen van c), bij België op een korte periode in de Tweede Wereldoorlog na, toen Duitsland (opnieuw) Moresnet en de Duitstalige Belgische Oostkantons annexeerde.

(Tekst bij de kaart: vrije vertaling van de beschrijving hiervan op Wikipedia, kaart: handgetekend door Cwoyte, Public Domain)