Taxi-verhalen (4)

542. De treintaxi (vervolg)

15 augustus 2006
copyright: John Piek

Dagelijkse foto (klik = vergroting)     

     

Van een heel andere orde was de treintaxichauffeur in Haarlem, die erop stond dat de twee mensen na mij de zes gulden contant aan hem betaalden, waarop hij tegen de centrale meldde dat hij met één passagier voor een lange rit vertrok. Van mij had hij wél een kaartje gekregen, zijn alibi voor deze fraude. Ik herinner mij verder dat ik een keer in Meppel 's avonds laat heel lang heb moeten wachten. Dit kwam doordat het bedrijf kort daarvoor het weinig rendabele gebied van een concurrent had overgenomen, zo vertelde de chauffeur. Dat is soms toch een probleem.

Meer taxi-bedrijven hebben zich in die tijd verslikt in kennelijke wurgcontracten met NS-dochter Transvision, die over de contracten voor de treintaxiregio's gaat. Sommige van die bedrijven wentelden de nadelen van de voor hen onvoordelig gebleken overeenkomst op hun klanten af. Zoals het bedrijf in Naarden-Bussum een jaar of vijf geleden. Op weg naar een sollicitatiegesprek voor een vrijwilligersbaan in Huizen had ik extra veel tijd genomen. Ik wilde per se op tijd komen.

De treintaxi werkt als volgt: je moet vóór de rit een kaartje gekocht hebben. Dit kan op het station. In de auto kan het tegenwoordig ook, maar dit is duurder. Als je je bij de taxi meldt dan is de garantie dat hij binnen tien minuten zal gaan rijden. Zo niet die in Naarden-Bussum. Het begon er al mee dat we niet in de taxi mochten wachten, maar ernaast. Na mij kwam er een mevrouw, die moest voor het ministerie waar ze voor werkte naar het Arsenaal van Jan des Bouvrie. 'Gaat u meteen rijden of zal ik een gewone taxi nemen?' zei ze 'want ik heb haast.' Er stond behalve de treintaxi's ook nog één gewone taxi, maar de treintaxichauffeur zei dat hij even de volgende trein zou afwachten en dan zou gaan rijden. Ondertussen reed de normale taxi na een oproep uit de mobilofoon weg. Toen er in de volgende trein waar wij twaalf minuten op moesten wachten niemand bleek te zitten die er mee wilde, vertrok de chauffeur echter niet. Dit was niet gebruikelijk zei hij, en het mocht ook niet van zijn baas. Ik zei dat dat niet klopte, maar hij zei dat het anders financieel niet uit kon voor zijn bedrijf. Er mochten van zijn baas alleen auto's rijden met vier passagiers erin en anders niet. Ondertussen mochten wij wel in de auto plaatsnemen. Ik pakte het boekje met treintaxiregio's uit mijn binnenzak, waar ook het reglement in stond. Toen ik hem liet lezen dat hij toch echt binnen 10 minuten moest gaan rijden, liet hij zich uiteindelijk overtuigen om te gaan. De vrouw achterin slaakte hoorbaar een zucht van verlichting.

Zover kwam het echter niet. Uit een andere treintaxi sprong namelijk een collega, precies voor de auto. 'Je weet hoe het zit', sprak hij door het open taxi-raam. 'Niet rijden tot je vol zit.' Het duurde daarna nog twintig minuten tot de volgende trein, en daarna nog eens tien minuten voordat er een trein arriveerde waarin twee mensen zaten die ook mee wilden. Een van de instappers bleek een oudere man te zijn die zo'n stampij maakte toen de chauffeur zei dat ik als tweede in de route aan de beurt zou zijn, dat de chauffeur het routeplan voor hem aanpaste. Ik moest veel verder weg, en anders was het ook niet eerlijk, zo was de redenatie. Zo kwam ik anderhalf uur later dan ik gedacht had op de plaats van bestemming aan. Precies op tijd voor mijn afspraak.

Herschreven versie van een column van 26 februari 2003

 

Categorie: herschreven (life-log) - plusminus 587 woorden - Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.

Reageer

vorige column - volgende column - alle columns - mailinglijst