Populair wetenschappelijk magazine over o.a. radioamateurisme

Laatste wijziging: 10/12

No. 40 - 11 december 2006 - Regelmatig een nieuw artikel - Eindredactie: John Piek (PA0ETE)
©2006 copyright: Piek-E press, tenzij anders vermeld

  

     
 ---> Novice Band Special <--- 

Deze editie: Antennes voor 40, 20 en 10 meter (3)


 

  
Nieuw artikel
  

 ---> Novice Band Special <--- 

Antennes voor 40, 20
en 10 m (3)

Na de antenne voor 40 komen in déze aflevering voor de hand liggende antennetypen voor 20 en 10 meter aan de orde. Tevens wordt zijdelings ingegaan op het gebruik van baluns en mantelstroomfilters.

Op 20 meter zou je veel eerder aan een horizontale draaddipool of zelfs een inverted-V-antenne denken, in plaats van een eindgevoede langdraad. Een antenne van 10 meter lang, raak je nu eenmaal makkelijker kwijt dan eentje van dubbel zo lang.

Een inverted-V is ook een dipool, maar dan eentje waarbij de uiteinden lager hangen dan het middelpunt waarop de coax is aangesloten.

Het mooist bij een dipool (en ook bij een inverted-V) is wanneer de coax zoveel mogelijk in een rechte hoek van de antenne  weggeleid kan worden, maar enige afwijking hiervan is niet echt een bezwaar, zolang de kabel maar niet pal langs een van de stralers of voor een groot deel parallel daaraan loopt. De ene kant van de dipool kun je aansluiten op binnenkant van de coax, en de andere op de buitengeleider. Als je het netjes wilt doen zul je voor het aansluiten van de coax een balun moeten gebruiken. Dat kan bijvoorbeeld een bazooka zijn, gemaakt van een kwart golflengte (minus verkortingsfactor) van dezelfde coax als waarmee de dipool wordt aangesloten, of een één-op-één balun (of één-op-anderhalf, zie verderop), gemaakt met een rinkern.

Zonder balun werkt het in principe even goed, de functie van de balun is hier om te voorkomen dat er mantelstromen op de coaxkabel ontstaan, waardoor de coax deels als antenne zou gaan werken. Door mantelstromen gaat de coax zelf ook stralen, en dat heeft als nadeel dat je eerder storing in huis kunt veroorzaken, en waarschijnlijk ook dat je zelf meer storing van huishoudelijke apparatuur zult binnenkrijgen. Wanneer je de coax net onder het aansluitpunt enkele keren door een rinkern heen wikkelt, raak je de mantelstromen ook kwijt. Deze methode is wat eenvoudiger dan het wikkelen van een balun, wat 
  
  
  

  
tevens een heel klein beetje preciezer komt. Beide methodes werken gewoon goed.
  
  
72 ohm
  

Eigenlijk is een open dipool geen 50 ohm, maar ongeveer 72 ohm. Maar het is een kniesoor die daarop let. 72 ohm levert een SWR op van bijna 1 : 1,5, wat nog alleszins acceptabel is. Puristen kunnen hiervoor wel een aanpassing bedenken, maar de vraag is of je daardoor niet meer verliezen krijgt dan door zo'n geringe misaanpassing. Wel is het misschien zinnig om bij gebruik van een balun op rinkern ook meteen met de misaanpassing rekening te houden, door hem zoals hiervoor al genoemd, niet 1-op-1, maar 1-op-1,5 te wikkelen.

Een inverted-V met een hoek van 120 graden (60 graden van straler naar coax, plus 60 graden tussen coax en andere straler) is overigens wel keurig 50 ohm. De uiteinden van een inverted-V mogen ook omhoog, maar het gedeelte waar de coax op aangesloten zit straalt het meest, dus dat kun je het best bovenaan hebben. Iets soorgelijks geldt voor de radialen opzij, dat kan zonder probleem, maar daarbij introduceer je wel een richteffect wat misschien ook weer minder gewenst is. Ook bij een inverted-V kan om mantelstromen te voorkomen een balun worden gebruikt, of de coax kan een aantal malen door een rinkern worden gewikkeld. Bij ruimtegebrek mag de hoek tussen de beide stralers trouwens worden gereduceerd tot minimaal 60 graden (2 x 30 graden). Daarbij wordt wel de SWR weer een beetje slechter. Een grotere hoek mag ook, waarbij de inverted-V naarmate de hoek groter wordt, steeds meer op een 'gewone' dipool gaat lijken.
  
Overigens kun je voor 20 meter natuurlijk ook de draadantenne voor 40 meter uit de vorige aflevering gebruiken, wanneer deze tenminste in combinatie met een antenne-tuner wordt gebruikt. In dat geval is deze draad voor 20 meter waarschijnlijk een stuk langer dan een halve of vijf-achtste golf, waardoor hij niet de ideale lengte heeft. Maar op 20 meter is het niet zo heel grote verlies misschien toch niet zo'n heel erg groot probleem, ook al omdat 20 meter zeker niet de moeilijkste band is om verbindingen te maken.
  
  

10 meter
  

Hoewel een langdraad voor 40 meter het op 10 meter voor lange-afstands-verkeer nog wel redelijk zal doen, ligt het gebruik daarvan toch wat minder voor de hand.

  
Ten eerste is het op 10 meter voor een aantal mensen ook belangrijk dat zo'n antenne via de grondgolf goed werkt. Daardoor wordt het tevens mogelijk om lokale stations in Nederland werken. Lokaal kom je met een watt of 25 op zo'n draad op 10 meter vaak niet verder dan hooguit 5 à 10 km of nog minder, terwijl met een goede antenne 40 km geen groot probleem hoeft te zijn. Verder werkt zo'n draad ook voor stations op afstand op 10 meter ook niet helemaal ideaal. Hoewel de buitenlandse signalen op 10 meter wel vaak oorverdovend sterk kunnen zijn, waardoor er voor DX op deze band eigenlijk beslist niet altijd een hele goede antenne nodig is.

Waarschijnlijk zal vanwege de lage kosten op 10 meter een omgebouwde antenne voor 27 MHz het meest voor de hand liggen. Meestal kun je er gewoon een stuk vanaf zagen (telkens een klein stukje eraf, en dan op de gewenste frequentie kijken of de staandegolfverhouding beter wordt, en natuurlijk ook ietsje lager om te zien of je al in de buurt van die frequentie komt en er niet al voorbij bent geschoten!). Het kan zijn dat eventuele radialen ook moeten worden ingekort. Een aantal antennes kunnen trouwens door inschroeven of verschuiven worden ingekort. Klein nadeel van een 11 meterband-antenne is wel dat deze vaak te smalbandig zijn om de hele 10 meterband te kunnen bestrijken, Maar hetzelfde geldt ook voor een aantal amateurantennes. Je zult hierbij dus een keuze moeten maken: ofwel concentreren op buitenlandse stations in de buurt van 28,500 in SSB (of 28,050 in de CW-band), ofwel bij het huidige zonnevlekkenaantal voornamelijk lokaal in FM tussen 29,500 en 29,700 MHz. (Als je zeker weet dat je niet een krap bemeten transformatortje voor minder dan 30 watt(!) onderin je antenne hebt zitten, kun je het euvel wel een beetje omzeilen door een antennetuner te gebruiken.)

Overigens zijn dipolen en inverted-V's voor 10 meter, gemaakt van draad of spriet, ook helemaal geen slechte antennes. Zeer zeker niet voor verkeer op de wat grotere afstanden. Vergeleken met de twee lagere frequentiebanden zijn ze zelfs aangenaam klein van formaat.

Klik hier voor eventuele opmerkingen en/of vragen, of maak (stel) ze via e-mail

vorige - home - volgende
  


    

    banner van deze site (downloaden met rechtermuisknop, Opslaan als...)
Persbericht van 1 november 2006

©2006, copyright op alle materiaal: Piek-E press, tenzij anders vermeld.
Kopiëren of publicatie zonder schriftelijke toestemming vooraf verboden 
Van toepassing zijn daarnaast de meest recente algemene voorwaarden van Piek-E press.
Met dank aan iedereen die een bijdrage aan deze site heeft geleverd!