813. Cold reading
10 maart 2012
©2012, copyright: GoHansBrinker.com
Cold reading is een techniek die door goochelaars en illusionisten vaak gebruikt wordt om zogenaamd dingen te kunnen voorspellen. De techniek wordt ook wetenschappelijk bewezen gebruikt door tv-persoonlijkheden als Derek Ogilvie en het ‘medium’ Char. Ook wordt de techniek vaak ingezet in het kader van verkoopgesprekken.
Hoe gaat dat cold reading nou in zijn werk, en kan iedereen het leren? Op de eerste vraag ga ik hieronder in, en ja, de meeste mensen met een beetje gezond verstand en enig invoelingsvermogen kunnen leren om cold reading-technieken te gebruiken. Er zijn ook natuurtalenten die de methode als het ware al in zich hebben.
Het doel van cold reading is om zonder daadwerkelijk vooraf iets van een gesprekspartner te weten, de indruk te wekken dat je wel iets (of zelfs veel) over die persoon weet.
Belangrijk voor cold reading is dat je bovenal uitzoekt wat je gesprekspartner graag wil horen, en hem/haar zoveel mogelijk vertelt wat deze persoon wil horen. Met vleierij kom je al een heel eind, zeg maar. Vanzelfsprekend is het belangrijk dat de gesprekspartner vooral in het begin veel aan het woord komt, en eigenlijkl is dat sowieso een belangrijke lijn. Als de gesprekspartner aan het woord is kom je meer te weten, en bovendien maak je zelf geen missers. Zolang dit natuurlijk niet gaat opvallen.
Hoe meer iemand vertelt, hoe meer je weet, en als je veel weet kun je hieraan ook onverwachte conclusies verbinden. Een cold reader houdt daarbij de eigen uitspraken zoveel mogelijk vaag. Een cold reader stelt bovendien vooral veel vragen: hoe meer in de vragende vorm gesteld wordt, hoe kleiner de kans dat je op een verwijtbare fout betrapt kunt worden.
Het ligt voor de hand om bijzonder goed op te letten. Zijn er kleine, onbewuste knikjes of andere signalen waaraan je kunt weten of je je pijlen op het juiste onderwerp richt? Ook aan iemand’s veranderende blijk kun je veel te weten komen over hetgeen besproken wordt. Wat bijzonder goed werkt, met name bij een wat meer lichtgelovige gesprekspartner is zeggen dat je iets wat net verteld werd vanzelfsprekend al wist. Andere belangrijke zaken zie je meteen al bij de eerste kennismaking met een gesprekspartner. Vaak kun je veel informatie al krijgen door te letten op kleding, haardracht, lichaamshouding, accent, sieraden etc.
Door vooral dubbelzinnige vragen te stellen kun je de uitkomst ervan nog in een ongewenste richting buigen. Vraag bijvoorbeeld “Je rijdt toch niet in een Volkswagen?” Wanneer je dan als ‘medium’ een ontkennend antwoord krijgt en iemand rijdt in een Renault zeg je: “Zie je wel, ik dacht al, je bent niet het type voor een Duitse auto”. Maar wanneer iemand het antwoord bevestigt zeg je: “Dan klopt het toch. Ik denk al waarom krijg ik steeds die Volkswagen van de andere wereld door…”
Een andere methode is om een vraag zo te stellen dat een groot aantal van de mogelijke antwoorden juist is. Je kunt bijvoorbeeld zeggen dat je een bepaalde letter doorkrijgt, waarna je een letter noemt die er een beetje op lijkt en zegt “w of een v”. Op zo’n moment gaat de gesprekspartner beide letters vergelijken met eigen voor- en achternaam, naam van mensen uit de omgeving en met andere zaken. De kans is dan nagenoeg 100% dat iemand de vraag kan beantwoorden met “het klopt, want….”
Bijzonder veel gebruikt zijn algemene uitspraken die voor erg veel mensen van toepassing zijn. Je ziet dat ook vaak in de weekhoroscopen in bladen staan en dergelijke uitspraken zijn ook bij de “mediums” op nachtelijk SBS6 bijzonder populair. Bijvoorbeeld: “U krijgt van de meeste mensen onvoldoende waardering, en toch staat u altijd voor iedereen klaar.” of “U vindt het prettig om af en toe een schouderklopje te krijgen.” Het verschijnsel dat mensen zichzelf in dat soort gemeenplaatsen herkent wordt in de psychologie het Forer-effect genoemd. De definitie daarvan luidt (ongeveer): de neiging van mensen om vage en algemeen geldende uitspraken over de eigen persoon te accepteren als rake en typerende omschrijvingen, zonder zich te realiseren dat dezelfde omschrijving voor bijna iedereen opgaat.
Het verschijnsel heet het Forer-effect omdat de Amerikaanse psycholoog Bertram Forer in 1948 een persoonlijkheidstest aan zijn studenten voorlegde. Vervolgens gaf hij hen een ‘nauwkeurige’ persoonlijkheidsanalyse met de mededeling dat dat de uitkomst was van de persoonlijkheidstest zou zijn, waarbij hij vroeg aan de studenten om aan te geven wat volgens hen het waarheidsgehalte was van de uitslag.
De studenten gaven vervolgens gemiddeld aan dat 87% van de uitslag klopte. De studenten waren verbijsterd toen ze de ware toedracht hoorden. Niet alleen omdat ze te horen kregen dat ze allemaal exact dezelfde tekst als persoonlijkheidsanalyse hadden gekregen, maar ook dat Forer de tekst daarvan geheel had samengesteld met teksten uit tijdschrifthororoscopen die hij in een nabijgelegen tijdschriftkiosk had gekocht.
Afijn, zeg dus als je weer eens een zogenaamd medium hoort praten niet dat ik het niet gezegd heb 🙂
Categorie: achtergrond – plusminus 811 woorden – Alles op deze website is in principe fictie, hoewel er elementen uit de realiteit kunnen zijn verwerkt. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.
Bronvermelding: Wikipedia in diverse talen, diverse andere bronnen
Muziektip: Please Sister by the Cardigans http://tinysong.com/Rxes