703. De fiets
703. De fiets
1 oktober 2009
©2009, copyright: John Piek
Er stond vorige week al een aantal dagen een fiets hier tegenover mijn huis. Hij stond naast de bevoorradingsdeur van de apotheek. Dat valt niet op, want een pand verderop zijn er vele fietsenrekken naast elkaar, en eentje extra zie je dan niet. Alleen zijn de rekken, en zeker de muren ’s nachts en ’s avonds doorgaans leeg, en deze fiets die stond er nog.
Meerdere keren liep ik langs de fiets, en ik zag daarbij dat hij niet op slot stond. Geen slechte fiets overigens. Geen nieuwe ook, maar een aardige naar mountain-bike neigende hybridefiets geheel metaalkleurig. Ooit belde ik eens de politie over een dure fiets die hier dagenlang tegenover tegen een hekje bij de bushalte stond, maar toen werd ik morrend teruggebeld dat de fiets waarschijnlijk toch aan iemand toebehoorde omdat hij immers op slot stond. Een paar dagen daarna was hij verdwenen. Het slot was stukgeknipt en lag in delen op de plek waar de fiets gestaan had, maar dat kan natuurlijk zowel door de eigenaar als door een andere geïnteresseerde zijn gedaan.
Op vrijdag vond ik vorige week dat er wat moest gebeuren. Met het vele uitgaansvolk dat op vrijdag en zaterdag in het duister hier voorlangs passeert was het waarschijnlijk dat de fiets dan ook zou verdwijnen, en in dat geval zeker niet door de eigenaar. Eerst maar eens de apotheek gebeld. Ja die hadden de fiets ook gezien. Nee die was niet van een van hen. Ja hij stond niet op slot.
Vervolgens de politie maar gebeld. Dat ging enigszins als bij een telecom-bedrijf. Na de aankondiging dat het gesprek tegen lokaal tarief plaatsvond moest ik bijna 10 minuten wachten. Gelukkig zonder muziek. “Goed dat u belt.” en “Nee, wij doen dat niet.”
“Er is geen sprake van een misdrijf hè. Dit is aangetroffen goed. Dan moet u de gemeente bellen. Ik kan u wel het nummer geven. Zet u de fiets dan even bij u in de schuur?”
“Ja, maar als ik die fiets daar dan weghaal, word ik dan niet voor fietsendief aangezien?”
“Nee want u heeft nu immers met mij gebeld, en met de gemeente ook ga ik vanuit.” Ja ok.
“Met de gemeente. Ik verbind u door.” Hier hoefde ik niet lang te wachten. Ik kreeg het Meldpunt Woonomgeving aan de lijn. Daar had ik al veel over gehoord.
“Ik ga het doorgeven aan de Stichting De Opstap. Maar ik weet niet of het bij hun vandaag lukt.”
“Maar als het maandag gebeurt dan is die fiets natuurlijk weg.”
“Kunt u de fiets dan niet in uw huis veiligstellen?”
“Sorry, maar daar heb ik echt geen ruimte voor.”
“Dan moet het maar zo.”
“Ik kan hem natuurlijk wel met mijn eigen kettingslot vastzetten in de stalling hier tegenover. Dat is ook veilig. Dan kunnen ze mij bellen als de fiets gehaald wordt.”
Ik mocht mijn telefoonnummer geven. Dat van hun kreeg ik niet. “Kan ik u ingeval van problemen, of als ik niks meer hoor ook rechtstreeks bereiken?”
“Nee dat gaat alleen zoals nu via het gemeentehuis.”
Een uur later al werd ik door De Opstap gebeld. Niet op mijn mobiele nummer dat ik aan het meldpunt had gegeven om me terug te bellen, maar op een van mijn nummers thuis dat niet in het telefoonboek staat en dat ik niet zo vaak gebruik (inderdaad, heel vreemd, ik heb er maar niet naar gevraagd).
Ik ben eigenlijk heel netjes en eerlijk, zoals uit bovenstaande waarschijnlijk ook al blijkt. Ik zou het dus ook nooit echt overwegen, maar bij dit alles kwam wel even de volgende gedachte bij me op. Al deze moeite die ik moest doen voor deze fiets waarvan de eigenaar misschien nooit komt opdagen. Mijn eigen fiets is niet zo heel erg best meer, en dit was zonder meer een betere en mooiere fiets dan ik nu heb. Hoeveel eenvoudiger was het niet geweest om deze fiets gewoon in het voorbijlopen bij de hand te nemen, en vervolgens in mijn schuur te zetten. Maar goed dat ik geen ruimte had. Hoewel, ik had de beide fietsen natuurlijk ook kunnen omruilen, net voordat De Opstap die een uur na mijn telefoontje was komen ophalen. Maar nee, ik ben eigenlijk heel netjes en eerlijk (en waarschijnlijk ook een beetje dom).
Categorie: life-log – plusminus 712 woorden – Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.