686. Overleden vriend

686. Overleden vriend

24 juli 2009
©2009, copyright: John Piek


Gisteren overleed een van mijn beste vrienden. Ik kan niet zeggen dat het helemaal onverwacht kwam, want hij sukkelde al lange tijd met zijn gezondheid en hij lag al een aantal weken in het ziekenhuis. Toch valt zoiets dan toch erg rauw op je dak.

Hij was net als ik radioamateur en apneupatiënt, en zeer begaan met dieren. En ik kende hem al sinds het tweede jaar van de middelbare school. Toen ik na de mavo naar de MTS zou gaan, ging dat onverwacht niet door. Ik heb daar vele columns geleden wel eens over geschreven. Op de eerste schooldag stond hij op een van de bruggen in de buurt van mijn huis te wachten, denkend dat ik met hem mee naar de MTS zou gaan, terwijl ik naar mijn oude school terug moest. Een kleine storing in de communicatie tijdens de schoolvakantieperiode.

In de jaren daarop verloor ik hem een paar jaar uit het oog, maar net voordat hij bij de luchtmacht gedetacheerd zijn militaire dienstplicht vervulde kwamen we door onze gemeenschappelijke hobby weer met elkaar in contact. Sindsdien spraken we elkaar minimaal om de één of twee maanden, meestal veel vaker. Ook toen ik voor het overgrote deel van mijn tijd niet meer in Amersfoort maar in Nijmegen woonde bleef het contact bestaan.

Sinds een aantal jaren kon hij al niet meer werken. Een zwak hart dat bovendien een aantal extra kilo’s mee moest torsen. Sinds vorig jaar zag ik hem hard achteruit gaan. Toch verkocht hij een paar maanden geleden ondanks recessie nog heel goed zijn huis en ging naar een woning in de nieuwe wijk Vathorst.

Een week of vier, vijf geleden lag hij ineens in het ziekenhuis. Al snel was het kritiek, maar hij krabbelde er toch weer enigszins bovenop. Maar het ging niet snel. Anderhalve week of zo na zijn opname besloot ik om hem, als hij dat wilde, iedere dag te bellen. Dat vond hij prima. Ik zei erbij dat altijd als het teveel was of hij geen zin had in een gesprek, hij gerust niet kon opnemen. Ik zou het de dag erop gewoon weer proberen, tenzij hij aangaf dat ik dat niet moest doen. En zo gebeurde. Elke dag tussen half twaalf en half een, omdat hij dan nog energie had, zei hij. Het waren korte gesprekken in het begin. Na vijf tot zeven minuten, soms korter, ging het al niet meer. “Ik heb er genoeg van,” zei hij dan. Sinds ruim een week geleden bespeurde ik een opgaande lijn. Eigenlijk elke dag klonk hij wel sterker. Ik zei dat ook, maar echt interesseren deed het hem niet. Alsof hij het al aanvoelde. Eergisteren had ik het langste gesprek van al die tijd met hem: 22 minuten.

Gisterochtend nam hij zoals vaker gebeurde toen ik belde de telefoon niet aan. Van familie hoorde ik dat hij ’s middags tijdens het bezoek deels diep lag te slapen. Een uur nadat het bezoek weg was bleek hij in zijn slaap te zijn overleden.


Categorie: life-log – plusminus 498 woorden – Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.