671. De Mexicaanse griep
671. De Mexicaanse griep
7 juni 2009
©2009, copyright: John Piek
Op dit moment is de Mexicaanse griep op enkele hernieuwde oprispingen na een beetje uit het nieuws verdwenen. Er doen echter een hoop fabels de ronde over de griep, en het is ook de vraag of de veel geciteerde experts op dit gebied ons wel in alle gevallen helemaal goed op de hoogte stellen. Stelt een aantal experts de situatie inderdaad erger voor dan het is?
Aan de ene kant is de vrees voor een pandemie gegrond. Die zal vermoedelijk echter pas het komend najaar de kop op kunnen steken. Het duurt zo’n vijf maanden heb ik begrepen om voldoende vaccin te maken. Er is pas sinds één of twee maanden een bruikbaar stamvirus geïsoleerd waarmee dat vaccin gemaakt kan worden. De productie is dan ook nog niet zo lang aan de gang en dus zal het nog spannend worden of er als het zover komt voldoende vaccin gemaakt is.
Aan de andere kant buitelden de experts kort geleden nog over elkaar heen over hoe ernstig zo’n pandemie kan uitpakken. Op dit moment is de Mexicaanse griep een vrij onschuldig virus dat weliswaar vrij besmettelijk is, maar dat de mensen die eraan lijden nauwelijks ziek maakt. De groep experts die het virus potentieel zeer gevaarlijk noemen (zij zijn opvallend vaak verbonden aan fabrikanten die vaccins en anti-virale middelen maken, maar dat hoeft natuurlijk niets te zeggen), stellen dat de Spaanse griep, waarmee de Mexicaanse vaak vergeleken wordt ook als vrij onschuldige griep begonnen is. Die variant uit 1918 heeft zich vervolgens vrij plotseling tot een zeer gevaarlijke variant ontwikkeld, waaraan bovendien vooral jonge, gezonde mensen overleden.
Jazeker, het virus van de Mexicaanse griep is aan dat van de Spaanse griep verwant. Toch gaat de vergelijking met de Spaanse griep van toen nooit helemaal voor de huidige situatie op. Allereerst zijn er tegenwoordig een aantal zaken veel beter geregeld dan toen. Men blijkt in staat om een virus als dit al in het allereerste stadium te kunnen vinden, zoals gebeurd is, en daarop maatregelen te nemen (mensen binnen blijven, vaccin ontwikkelen en op grote schaal produceren). Daarnaast zijn er nu in tegenstelling tot toen zowel antibiotica als anti-virale middelen. Die laatste werken tegen de Mexicaanse griep en kunnen de verschijnselen van de ziekte behoorlijk goed onderdrukken.
Ook zijn de omstandigheden nu nogal verschillend van toen. De meest waarschijnlijke reden waarom de Spaanse griep zich tot een zo ernstige variant kon ontwikkelen is de volgende: Normaal wordt een griep niet bovennormaal gevaarlijk omdat de meest gevaarlijke virussen zich in een normale situatie niet zo makkelijk kunnen verspreiden. Wanneer iemand een hele ernstige variant krijgt, dan blijft deze persoon wel in zijn of haar bed liggen. Zaken buitenshuis worden binnen een huisgezin gedaan door degene die het minst ziek is. En doordat de minst zieke mensen op de been blijven is het ook de minst gevaarlijke variant van het virus dat de grootste kans heeft om zich verder te verspreiden. Zodoende krijgen bij een meer normale griep-epidemie de meeste mensen de minst ernstige variant van dezelfde griep en wordt die variant van de ziekte de dominante variant.
De Spaanse griep kon zich vooral tot zo’n gevaarlijk virus ontwikkelen, toen in de nadagen van de Eerste Wereldoorlog de soldaten aan de diverse oorlogsfronten in Europa ermee besmet raakten. De gewoonte was daar dat vanzelfsprekend de niet zo erg zieke soldaten in de loopgraven moesten blijven. Op hun plek dus. De ernstige patiënten werden allemaal bij elkaar in treinen gepropt en vele kilometers verderop naar hospitalen gebracht, waar ze onderweg en op die plek zelf een grote kans hadden om andere mensen met de gevaarlijke variant te besmetten. Precies andersom als in de huidige situatie dus.
De meeste mensen tussen 1918 en 1920 overleden overigens niet aan de Spaanse griep zelf, maar maar aan een complicatie van de longontsteking die ze vanwege hun verzwakte afweer bovenop die griep kregen. Deze vorm van longontsteking is tegenwoordig uitstekend met de nu bekende antibiotica te bestrijden. Een andere complicatie die optrad was hoogstwaarschijnlijk hypercytokinemia, ook wel bekend als cytokinestorm. Dat is het op hol slaan van een positieve terugkoppeling in het immuunsysteem, waardoor dit immuunsysteem zich tegen het eigen lichaam keert. Dit ziektebeeld lijkt in haar verschijningsvorm sterk op dengue, cholera of tyfus, en het werd in daar in 1918 ook vaak mee verward. De cytokinestorm als oorzaak van overlijden zou meteen verklaren waarom het vooral jonge, gezonde mensen tussen 20 en 40 jaar oud waren die (net als bij de Mexicaanse griep) aan de Spaanse griep overleden: dit waren de mensen met de sterkste afweer, en het was juist zo’n sterke afweer die op hol geslagen de grootste vijand was. Er zijn tegenwoordig enkele medicijnen die beperkt werkzaam zijn tegen een cytokinestorm. Van enkele daarvan is bewezen dat ze ook (beperkt) werken tegen een cytokinestorm bij influenza.
Er is zoals gezegd onderling veel kritiek tussen vakbroeders, met name over het belang dat de producenten van vaccin en antivirale middelen hebben bij de dreiging van een pandemie en bij de ernst van zo’n dreiging. De door Nederland bestelde 34 miljoen vaccins à waarschijnlijk 3 euro nog wat per stuk, is natuurlijk ook best een bedrag. Ook de meeste andere landen plaatsten soortgelijke orders. De bekende viroloog Ab Osterhaus die in dit soort dagen in vrijwel iedere actualiteitenrubriek zijn opwachtig maakt is ook niet helemaal vrij van kritiek: hij is een van de aandeelhouders in een bedrijf dat sterk profiteert van het opkomen van de Mexicaanse griep.
Categorie: informatief – plusminus 908 woorden – Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.