Categorie: Uncategorized

665. De macho en het watje in mijn hoofd

665. De macho en het watje in mijn hoofd

11 mei 2009
©2009, copyright: shorties.nl

Ik behoor tot de vijf of zo procent van de mensen die zowel een sterk ontwikkelde alfa-kant van hun brein hebben als een sterk ontwikkelde bèta-kant.

Het brein bestaat uit twee helften, de linkerkant is ruwweg waar de ratio zit en de rechterkant is vooral van de emotie. Omdat in aantal meer vrouwen sterk zijn in alfa, wordt dat ook wel de vrouwelijke kant van het brein genoemd, maar dat is niet helemaal waar. Op de universiteit kom je bij de bèta-vakken ook vrouwen tegen. En bij de alfa-vakken mannen die niet homo zijn. Ik bedoel maar.

De beide hersenhelften worden bij gezonde mensen verbonden door het corpus callossum, een soort flatcable dus. Bij mensen die zo erg epilepsie hebben dat ze aan een van de eerstvolgende aanvallen kunnen overlijden werd in het verleden het corpus callossum wel operatief doorgesneden. Ik weet niet of dat nog gebeurt, maar het doel van zo’n actie was om ervoor te zorgen dat een oplaaiende aanval van wanorde in het brein (want dat is epilepsie) zich veel moeilijker naar het hele brein zou kunnen uitbreiden. Behalve dat het inderdaad de aanvallen verlichtte was het ook een interessant wetenschappelijk experiment.

Zo werd aan zo’n patiënt een grafisch grapje getoond, dat door de ene hersenhelft snel werd begrepen. De andere helft van het brein waarin een bepaald deel van de spraak sterk vertegenwoordigd is kon door het gebrek aan communicatie wat er grappig was echter niet onder woorden brengen, wat de patiënt vervolgens in grote verlegenheid bracht.

Het is soms lastig zo’n bizar dubbeltalent. Het is bijvoorbeeld bijna altijd een innerlijke strijd. De bètakant die houdt extreem gezegd van wiskunde. Mijn alfa-kant van fotografie. De betakant is rationeel wars van, en soms zelfs een beetje bang voor emotie, en op een ander moment kan ik vaak bijna vrouwelijk onzeker lopen twijfelen of reuze emotioneel zijn en daar dan weer mee te koop lopen. De alfa-kant wil vooral een stabiele relatie en in zo’n relatie maatjes zijn. De bèta-kant wil het liefst een beetje in de marge aanrommelen, niets te vast als het even kan. Resultaat is dat ik nooit eens echt heb kunnen kiezen ergens voor (of soms op voor mijzelf onbegrijpelijke wijze dingen stukmaak).

Het grappige is dat ik mensen met dezelfde ‘gave’ (dus zowel alfa als bèta) er gewoonlijk direct uitpik. Met die mensen zit ik namelijk vanaf de eerste seconde zo geweldig meteen op dezelfde golflengte dat ik daar keer op keer stomverbaasd over ben. Vaak ook maken mensen die hetzelfde hebben tussen hun dertigste en veertigste een spectaculaire carriere-move. Is iemand bij de start van zijn of haar loopbaan in een alfa-vak begonnen dan wordt de overgestapt naar een bèta-vak gemaakt en andersom. Ik ben zelf toen ik halverwege de dertig was vanuit de techniek in een relatief creatief vak terechtgekomen bijvoorbeeld.

Die keus was eigenlijk niet vrijwillig. Mijn creatieve kant is door mijn omgeving lang niet als serieus genomen. En meegaand als mijn alfa-kant is, nam die dat zelf dus ook niet serieus. En nog altijd moet ik oppassen dat mijn alfa-kant er niet teveel ondersneeuwt. Een jaar of vijf geleden hervond ik een technische hobby, waar ik me soms enorm in kan verliezen. Mijn alfa-ik is daardoor nogal in het gedrang gekomen. Schrijven lukt veel minder dan daarvóór. En eigenlijk kan dat niet. Zo is het vaak gegaan. Met de macho en het (liefkozend bedoeld) watje in mijn hoofd.

Categorie: life-log – plusminus 572 woorden – Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.