742. Reclame: Angst in de reclame

Deel 11: Reclame wordt minder irritant – en geniepiger

742. Reclame: Angst in de reclame

6 oktober 2010
©2010, copyright: GoHansBrinker.com

Een techniek die begin jaren zestig ook min of meer door het bedrijf Proctor & Gamble werd geïntroduceerd, is het gebruik van angst in de reclame. In eerste instantie (het was nog vóór de grote emancipatiegolf van vrouwen in de jaren zestig en zeventig) werd er om de verkoop van allerlei reinigingsmiddelen te promoten, ingespeeld op de angst die veel vooral pasgetrouwde Amerikaanse vrouwen hadden om in de ogen van hun man, de schoonfamilie of de buurt geen goede huisvrouw te zijn. De angst bijvoorbeeld voor wat manlief bij thuiskomst van een vuile zeilvloer zou zeggen. Of dat buurvrouw zou zien dat de toen nog vaak buiten hangende was niet schoon zou zijn. Of de angst voor een al in de kast staande nog altijd enigszins vuile vaat, waar het oog een bezoekende schoonmama natuurlijk al binnen de eerste minuten van de bezoek op zouden vallen. Pas getrouwde vrouwen zijn nog niet zo merkvast als andere doelgroepen en kunnen daarom gemakkelijker worden bewogen om een ander wasmiddel te kiezen. En dus dit was voor de reclamemakers ook om die reden een aantrekkelijke groep.

De methode wordt ook nu nog steeds gebruikt, zij het wellicht iets subtieler. Tegenwoordig gaat het vaak om de angst om niet aan bepaalde schoonheidsidealen te voldoen, de angst om oud te worden of de angst voor bepaalde gezondheidsproblemen in het algemeen. Die laatste twee al dan niet in combinatie met de sociale ongemakken die zij met zich meebrengen. Bij dit soort van angst gebruik makende reclames gaat het bijvoorbeeld vaak om allerlei yoghurtdrankjes of om margarineproducten tegen hartfalen. Overigens staat van deze beide laatste producten nog altijd niet met zekerheid vast of ze echt wel een positieve werking hebben. Hetzelfde geldt overigens voor de in de reclame vaak geponeerde gezonde werking die de inname van melk zou moeten hebben.

In de wetenschap komt de laatste jaren een steeds sterker wordende stroming op gang die stelt dat het tot je nemen melk helemaal niet zo gezond is. Meer dan ruim een halve liter melkproducten per dag zijn sowieso niet bepaald erg goed voor de nieren, zoveel is al langer bekend, en meerdere onderzoeken laten daarnaast zien dat het consumeren van melk of melkproducten voor een goed bottengestel helemaal niet uitmaakt. Daarnaast kan melk, vanwege de erin aanwezige dierlijke groeihormonen in bepaalde gevallen de groei van kwaadaardige tumoren stimuleren. Wat in ieder geval wel vast staat is dat je ook zonder de consumptie van melk gewoon een heel gezond leven kunt hebben, en ook geweldig oud kunt worden. Driekwart van de Aziatische bevolking bijvoorbeeld is volstrekt allergisch voor bepaalde ingrediënten van koemelk en kunnen het dus domweg helemaal niet tot zich nemen. Om die reden vind ik verhalen van Nederlandse zuivelbedrijven die een stap naar de Chinese markt ondernemen vaak ook altijd zo geweldig moedig.

Toch hoor je ze nog geregeld, die Joris Driepinterverhalen. Reclame voor melk en voor de gezonde aspecten ervan was echter in het verleden vaak ook vooral reclame om de overschotten die er op de Europese markt voor melk waren, de welbekende melkplas die de oorzaak was van alle melkquota-ellende, tenminste een klein beetje te laten slinken.

wordt vervolgd

Bronvermelding: geen

Categorie: opinie – plusminus 509 woorden – Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.