Maand: mei 2011
757. Wie kent dit goedje nog?
Hoe maak je grappig materiaal met een visco-elasticiteit van een type dat op een niet-newtoniaanse wijze uitvloeit?
757. Wie kent dit goedje nog?
22 mei 2011
©2011, copyright: GoHansBrinker.com
In de jaren zestig waren er verschillende rages. Veel mensen zullen zich Batman nog wel herinneren en de Thunderbirds. Een van de minder bekende voorbeelden was de zogenaamde ‘lachzak’. Dit was een stoffen zakje met daarin een huidkleurig stukje elektronica waarin een miniatuur doorzichtig grammofoonplaatje zat. Net als bij een scheetkussen moest het zakje enigszins onder druk gezet worden en er barstte een mechanisch klinkende aanstekelijke bulderende lach uit het apparaatje, die pas na enige tijd weer ophield.
Iets anders waarvan ik altijd gedacht heb dat een kortdurende rage was, bleek toen ik het ging opzoeken helemaal geen rage geweest te zijn.
De afgelopen weken vond er werk aan mijn huis plaats waarbij veelvuldig werd geschilderd. Op een bepaalde dag meende ik de geur van vroeger te kennen, en of de geur echt overeenstemde weet ik niet, maar ik bedacht me dat het rook als Silly Putty.
Silly Putty werd verkocht als speelgoed, in een ei dat je in twee helften open kon maken en weer sluiten. Na ‘gebruik’ kon je het spulletje daar ook weer in opbergen. Het materiaal waarvan ik altijd gedacht heb dat het een bijproduct was van de olie-industrie had een aantal bizarre kenmerken. Zo was het bijvoorbeeld zowel vast als vloeibaar. Dat wil zeggen dat de viscositeit, de stroperigheid van het materiaal varieerde met de druk waaraan het bloot stond. Zo kon je het tot een balletje kneden, en dan op tafel leggen. Een halve middag later was het balletje dan goeddeels uitgelopen tot een soort van plasje. Wanneer je er echter een staaf of broodje van kneedde kon je die vervolgens ook gewoon doormidden breken. Als je het materiaal op een harde ondergrond gooide, dan stuiterde het, door de klap een moment lang tot een rubberachtige vaste stof geworden, als een stuiterballetje weer terug.
In die tijd werden kranten doorgaans nog met olieachtige inkt gedrukt, en doordat het materiaal ook kleefde kon je wat er in de krant stond op het stuiterbal-boetseer-materiaal overbrengen. Die afbeelding of tekst kon je al dan niet vervormen en vervolgens op een ander blad papier weer afdrukken. Door die dubbele handeling was de kopie dan ook nog niet in spiegelbeeld.
Op Wikipedia is een hoop over het materiaal te vinden, en zo kwam ik er dus achter dat het helemaal niet een bijproduct van aardolie uit de jaren zestig was, maar dat het materiaal tijdens de oorlogsjaren per ongeluk was ontdekt. De VS zagen in die tijd Japan steeds meer gebieden bezetten waar de VS hun rubber van betrokken. Rubber was voor de oorlogsindustrie heel belangrijk, zodat er naarstig naar allerlei andere alternatieven als oplossing voor het rubberprobleem werd gezocht. Zo stuitte men dus op dit materiaal.
Bij de bijzondere eigenschappen van het materiaal wordt als belangrijkste een visco-elasticiteit genoemd van een type dat op een niet-newtoniaanse wijze uitvloeit. Over het patent voor het spulletje werd in eerste instantie flink geruzied tussen twee onderzoekers die het materiaal vermoedelijk toevalligerwijze en onafhankelijk van elkaar ongeveer tegelijkertijd bedachten. Het niet giftige materiaal lag al in 1949 in de Amerikaanse speelgoedwinkels. In de jaren 50 ging een van de eerste TV-reclamecampagnes over dit speelgoed.
Het materiaal was vanaf 1961 ook in andere landen dan de VS verkrijgbaar, waarna het een hit werd in de communistische Sovjet Unie(!), in Italië en onder andere in Duitsland, Nederland en Zwitserland. Het werd in 1968 zelfs door de astronauten van Apollo 8 meegenomen naar de maan om onderweg tijdens gewichtloosheid hun ruimtegereedschap mee vast te maken zodat dit niet ging rondzweven. In 1987 werden er jaarlijks zo’n 2 miljoen eieren met Silly Putty verkocht.
Behalve in de ruimte wordt het materiaal vanwege de kleefeigenschappen bijvoorbeeld ook gebruikt om vuil te verwijderen zoals dierlijk haar. Ook bij medische behandelingen wordt Silly Putty soms gebruikt en bij wetenschappelijk onderzoek. Fysiotherapeuten gebruiken het om mensen met verwondingen aan hun handen te helpen de functionaliteit van hun handen terug te krijgen. Ook kan het in zijn algemeenheid helpen om stress te verminderen.
Silly Putty bestaat voor 65% uit dimethyl siloxane, een siliconenmateriaal dat voor de bijzondere eigenschappen zorgt. Het wordt verkregen door bepaalde polymeren te verkorten met behulp van boorzuur. Het bestaat verder voor 17% uit silica (kristallijn kwarts, dat bij een andere toepassing in gel-vorm ervoor zorgt dat verpakte elektronica bij verschepen niet vochtig wordt), een belangrijk ingrediënt is verder een aandeel aan verwerkte zaden van de wonderboom (castor beans in het Engels). Van deze castor-olie (Thixatrol ST) zit er 9% in en verder nog 1% van een drietal andere stoffen.
Silly Putty is nog steeds te koop. Ik heb het in Nederland na kort googlen niet kunnen vinden, maar via eBay betaal je ongeveer 2,50 euro voor een ei.
Het is niet heel moeilijk om Silly Putty zelf te maken. Een beschrijving hiervoor staat op:
http://www.hoedoe.nl/wetenschap-techniek/scheikunde/hoe-maak-ik-silly-putty
Silly Putty website: www.sillyputty.com
Categorie: life-log / nostalgisch / informatief – plusminus 792 woorden – Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.