vorige
(deel 2) << >> volgende
pagina
In dit derde en laatste deel over C2000/A.S.T.R.I.D wordt een stukje (niet te diep)
op de techniek van TETRA ingegaan. Hoe zit dat met die bits, symbolen en frames? Welke codering wordt gebruikt? En hoeveel km is bijvoorbeeld de celgrootte voor TETRA?
Vast opgestelde zenders bij TETRA-relaisstations zenden gewoonlijk ononderbroken en luisteren ononderbroken de ontvangstfrequentie af. Vanwege het time-slot-systeem kan zo'n vaste post binnen één 25 kHz-kanaal naar meerdere portabele of mobiele stations tegelijk luisteren. Mobiele stations gebruiken normaal gesproken slechts één tijdslot (van 1/4 kanaal).
Spraak bij TETRA wordt gesampled (bemonsterd) met 8 kbit/s en vervolgens (net als bij de amateurstandaard D-STAR) gecomprimeerd met een vocoder. De gebruikte vocoder-techniek is hier ACELP (Adaptive Code Excited Linear Prediction). Deze combinatie levert een datastroom op van 4,567 kbit/s. Om ook bij zwakke signalen en veel storing een goede ontvangst te garanderen wordt verder een foutcorrectie toegepast. Na coderen levert dit dan een signaal op van 7,2 kbit/s, wat precies de capaciteit is van een enkel tijdslot bij 17 cq. 18 frames.
Het signaal wordt zoals al eerder omschreven gemoduleerd met p/4 DQPSK (1/4 PI differentiële quadratuur fase shift schakeling). De gebruikte baudsnelheid komt daarbij overeen met 18.000 tekens per seconde met tekens van twee bit's, in totaal 36 kbit per seconde dus.
|