vorige << >> volgende pagina

Iedere TETRA-portofoon cq. -mobilofoon kan verder bij afwezigheid van een netwerk ook direct 1-op-1 met andere apparaten communiceren en zo'n zelfde apparaat kan ook als enkelvoudig relaisstation functioneren om het bereik van twee of meer andere apparaten te vergroten. Was het bij de analoge netwerken alleen mogelijk om met portofoons bij relaisschakeling via de meldkamer met elkaar te praten, TETRA maakt het ook mogelijk om een virtueel kanaal tussen twee portofoons via het netwerk te maken, waarbij verder niemand mee kan luisteren. Deze twee portofoons staan dan 1-op-1 met elkaar in verbinding, hoe ver van elkaar verwijderd zij zich in het netwerk ook bevinden. TETRA bevat verder meerdere mogelijkheden voor encryptie van zowel spraak als data.

Efficiënt ethergebruik
Een ander voordeel van TETRA is dat het de beschikbare etherruimte veel efficiënter gebruikt dan bij bijvoorbeeld GSM-telefoons gebeurt. Zo passen bij TETRA vier kanalen binnen 25 kHz, waarbij geen scheidingskanalen tussen de afzonderlijke kanalen nodig zijn. Bij GSM zijn er acht kanalen mogelijk binnen 200 kHz, en is er om de kanalen te scheiden een lege ruimte tussen die kanalen nodig. Zendamateurprotocol D-STAR ter vergelijking zou met 5 kHz voor één kanaal kunnen werken, maar her en der wordt er melding gemaakt dat dat in de praktijk nooit gehaald is, en wordt in de praktijk meestal 10 of 12,5 kHz gebruikt om te voorkomen dan naastliggende D-STAR-kanalen elkaar storen. (Wel is de gebruikte ontvangerbandbreedte voor D-STAR overigens kleiner dan die 10 of 12,5 kHz, maar klaarblijkelijk geven de kanalen aan de zenderzijde over een groter bandbreedte hinder, iets wat bij GMSK dat zowel door GSM als D-STAR gebruikt wordt inderdaad voorstelbaar is).