De columns van John Piek

e-mail 

668. Uit betrouwbaar onderzoek is gebleken...

3 juni 2009
©2009, copyright: John Piek


Eigenlijk ben ik een hele nette kerel. OK, ook ik ben wel eens onbeschoft, maar ik gebruik mijn mobiele telefoon bijvoorbeeld nooit in een restaurant of in de trein of op een andere ongepaste manier. Ik sta al mijn leven lang weleens voor iemand in een wachtkamer of in het openbaar vervoer op. En eigenlijk ben ik ook best wel goed in luisteren. Zonder dat we er erg in hebben worden de reclamespotjes tegenover ons stééds asocialer.

Waarmee ik wil zeggen dat er in de afgelopen jaren een glijdende schaal is in wat reclamespotjes proberen ons over onszelf te vertellen. Op een of andere manier stuit het fatsoensrakkerige SIRE-spotje met de bovenstaande zin erin mij elke keer weer tegen de borst. Het is waarschijnlijk het 'ons' dat erin zit. Hoezo ons? Ik wil helemaal niet op hetzelfde niveau geplaatst worden als de cokesnuivende reclamemakers die dit soort reclamespotjes over 'ons' allemaal bedenken.

Er is ook nog zo'n spotje, ik dacht dat ie van Eagon was. Dan beginnen ze eerst over vakantiegeld of ander geld dat je wel graag opzij wilt zetten. En dan zeggen ze er in één adem achteraan 'het dóél is dat u uw geld wegzet bij Aegon Bank'. Ik word daar zo dwars van. Het is mijn geld (als ik het al had) en ook gewoon mijn doel! Wat dénken ze wel. Het is het doel dat ze zich met hun eigen zaken bemoeien. Flapdrollen! Maar goed, het laat wel op onverholen en ongegeneerde manier zien met wat voor graperige figuren we te maken hebben daar bij die Aegon Bank.

Het is een beetje een trend aan het worden. Een toenemend deel van de mensen zoekt hun heil in politieke denkbeelden die meer waarde toekennen aan gezag. En dus denken de reclamespindoctors dat mensen ook zo willen worden aangesproken.

Reclame die me dan ook erg stoort is reclame waarin wij als volwassenen, op wie de spotjes zich immers richten, worden weggezet als onzelfstandige randdebielen. Een voorbeeld is het spotje dat ons moet aanmoedigen om aanstaande donderdag voor de Europese verkiezingen te gaan stemmen. Namens onze overheid nog wel. Even voor de goede orde: ik mag sinds mijn 18e stemmen, en ik heb sinds die tijd nog niet één verkiezing overgeslagen. Toch word ik in een spotje dat begint met een grap over de twee betekenissen van het woord 'stemmen' door de strenge stem van een ouderwetse schoolfrik tot de orde geroepen. Wat denkt zo'n verzuurde spicht met spinnewebben op intieme plaatsen wel niet? "Natúúrlijk gaan we stemmen," wordt er dan op bijna bestraffende toon gezegd. Even voor de goede orde: jouw 'we', daar hoor ik dus niet bij, al denk je wel dat het zo is! En ik bepaal zelf wel of ik al dan niet mijn vakje rood maak. Mislukte SM-meesteres.

Hoewel er genoeg gunstige uitzonderingen zijn voel ik me in toenemende mate vaak ronduit beledigd door reclame die bij mij daardoor zeker contraproductief kan uitpakken. Ik heb er op de radio trouwens meer last van dan op televisie. Nou ja, op de vrolijke uitspraken van Natasja Froger en Maurice de Hond na natuurlijk. Want wie neemt er na zo'n spotje waarin uit onderzoek blijkt dat de portomonnee van Maurice de Hond het allerleegst is, nog één onderzoek van die man serieus?

Categorie: opinie - plusminus 552 woorden - Deze column kan deels op fictie berusten en de informatie is niet noodzakelijkerwijs volledig. Aan de inhoud kunnen geen rechten worden ontleend. De column is niet in alle gevallen heel geschikt voor jonge lezers.

vorige column - archief - home